Op 20 april 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal, gevolgd door geweld en bedreiging met geweld. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 6 januari 2017, waarbij de verdachte in een winkel in Groningen doperwten, pindakaas, tomatenpuree, frisdrank en snoepgoed heeft gestolen. Tijdens deze diefstal heeft de verdachte het slachtoffer, een medewerker van de winkel, meermalen bij de keel vastgepakt en bedreigd met de woorden 'ik ga jou pakken'. De verdachte is verschenen op de zitting, bijgestaan door zijn advocaat, mr. B. van Elst, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. S.E. Eijzenga.
De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en getuigen beoordeeld, evenals het proces-verbaal van de politie. De officier van justitie concludeerde dat de diefstal en het daaropvolgende geweld bewezen konden worden, terwijl de verdediging betoogde dat niet alle onderdelen van de tenlastelegging bewezen konden worden. De rechtbank oordeelde dat het dichtknijpen van de keel niet bewezen kon worden, maar dat de andere geweldsdelicten wel bewezen waren.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van voorarrest. Bij de strafoplegging is rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en de justitiële documentatie van de verdachte, die een hoog recidiverisico vertoonde. De rechtbank heeft geen voorwaardelijke straf opgelegd, gezien de eerdere mislukte toezichtperiodes en de weigering van de verdachte om mee te werken aan reclassering.