2.5.Bij brief van 23 augustus 2016 heeft verweerder tegenover de VKB gereageerd. In de brief is het volgende opgenomen:
"Over het aanschrijven van particulieren die mogelijk bijstand nodig hebben tijdens een
inhoudelijke eindzitting heeft vorig jaar afstemming plaatsgevonden binnen het dekenberaad.
Aan de hand van de uitgangspunten van het dekenberaad is de ontvangen brief opgesteld.
De dekens waren van oordeel dat het mogelijk moest zijn om wervende activiteiten te
verrichten, maar dat daar behoedzaam mee omgegaan moet worden. Dat is ook precies hoe
tot het opstellen van deze brief is gekomen. (…) Omdat mensen in de WSNP zich in een kwetsbare positie bevinden is er voor gekozen om de brief heel algemeen en neutraal op te stellen. De diensten worden daarin geheel vrijblijvend aangeboden en voorkomen is dat men zich gedwongen voelt om contact op te nemen. (…)
De inhoud van de brief voldoet volledig aan de uitgangspunten die het dekenberaad heeft
gegeven, anders hadden wij hem nimmer (zo) opgesteld en verzonden. De tekst is
toegankelijk, verhelderend en dwingt tot niets en geeft een juist en volledig beeld. Dit wordt
bevestigd door de vele positieve reacties die ons kantoor heeft gehad op de verzending van
deze brief van zowel de ontvangers/particulieren als bijvoorbeeld (beschermings)bewindvoerders.
De brieven die wij sturen vallen onder ‘direct marketing’. Of het rechtmatig is wat we doen
hangt af van het doel van de verwerking en de grondslag. Omdat de gegevens die we
gebruiken niet door ons zelf verzameld zijn is het iets minder eenvoudig.
Voor de doelbinding moet bepaald worden of ons doel (kosteloze juridische bijstand bij WSNP zaken) verenigbaar is met het doel waarvoor de zaken gepubliceerd worden in de
Staatscourant. Dat lijkt mij wel te beargumenteren. Het ontvangen van aanbiedingen voor
rechtszittingen ligt niet buiten wat de ontvanger kan verwachten nadat zijn zitting
gepubliceerd wordt in het staatsblad. De informatie wordt bovendien met niemand gedeeld.
Zodra is vastgesteld dat de voorgenomen wijze van verwerking voor direct
marketingdoeleinden verenigbaar is met het doel we de gegevens hebben verkregen, dan
moeten we de verwerking uiteraard wel kunnen baseren op één van de in de WBP genoemde
grondslagen.
Dikwijls is direct marketing noodzakelijk voor een gerechtvaardigde belang bij een gezonde
bedrijfsvoering en zal een afweging van dat belang tegen het privacybelang van de
betrokkene in ons voordeel uitvallen. Het is duidelijk in het belang van ons kantoor om deze
mensen te benaderen, dit is bovendien zonder kosten voor de ontvanger van de brief. "