ECLI:NL:RBNNE:2017:1817
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van verkrachting en bedreiging van partner
Op 18 mei 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van verkrachting en bedreiging van zijn toenmalige partner. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten, omdat het dossier onvoldoende steunbewijs bood voor de aangifte van de aangeefster. De rechtbank overwoog dat de verklaringen van de aangeefster en getuigen niet voldoende objectief bewijs opleverden om de beschuldigingen te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de politieagent en de huisarts, die enkel herhaalden wat de aangeefster had gezegd, niet als steunbewijs konden dienen. Ook de verklaringen van andere getuigen waren niet overtuigend genoeg om de verkrachting te bewijzen.
Daarnaast sprak de rechtbank de verdachte vrij van de bedreiging, omdat niet kon worden vastgesteld of de verdachte daadwerkelijk de in de dagvaarding opgenomen bedreigingen had geuit. De rechtbank oordeelde dat de door de verdachte erkende bewoordingen niet voldeden aan de criteria voor een strafbare bedreiging zoals bedoeld in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank benadrukte dat de bewijsvoering in strafzaken aan strenge eisen moet voldoen en dat de verdachte niet kan worden veroordeeld op basis van onvoldoende bewijs.
De uitspraak van de rechtbank benadrukt het belang van objectief bewijs in strafzaken en de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van getuigenverklaringen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van zowel de verkrachting als de bedreiging, en daarmee de rechtszekerheid van de verdachte gewaarborgd.