Op 18 mei 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 10 november 2016 in Hoogezand-Sappemeer, waar de verdachte, onder invloed van een psychische stoornis, de intentie had om het leven van het slachtoffer te beroven. Tijdens de zitting op 4 mei 2017 werd de verdachte bijgestaan door zijn advocaat, mr. D.C. Keuning, terwijl het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door mr. S.E. Eijzenga. De tenlastelegging omvatte onder andere het dreigen met een mes en het toebrengen van lichamelijk letsel aan het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat de poging tot moord niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, maar dat de poging tot doodslag en de bedreiging wel bewezen waren. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet strafbaar was vanwege zijn psychische toestand en besloot hem te ontslaan van alle rechtsvervolging, met de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar. De rechtbank baseerde haar oordeel op psychiatrische rapportages die wezen op een psychotische stoornis en een hoog recidiverisico. De uitspraak benadrukt de noodzaak van behandeling voor de verdachte, gezien zijn complexe psychiatrische problematiek.