ECLI:NL:RBNNE:2017:1870

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 mei 2017
Publicatiedatum
22 mei 2017
Zaaknummer
AWB - 17 _ 1589 en 17_1590
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • K. Wentholt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkverklaring van een verzoek om herziening van een uitspraak van de voorzieningenrechter

Op 23 mei 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaken met de procedurenummers LEE 17/1589 en LEE 17/1590. Deze uitspraak betreft een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter, die op 7 april 2017 de verzoeken om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk had verklaard. De verzoeker heeft op 10 april 2017 digitaal verzocht om herziening van deze uitspraak.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de rechtbank wordt uiteengezet dat een verzoek tot herziening alleen kan worden gedaan met betrekking tot een onherroepelijke einduitspraak van een bestuursrechter in de hoofdzaak. De rechtbank concludeert dat het buitengewoon rechtsmiddel van herziening niet openstaat tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter, tenzij het een einduitspraak betreft in de zin van artikel 8:86 van de Awb. Dit is in dit geval niet aan de orde.

De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen grond is voor rectificatie van de eerdere uitspraak wegens feitelijke onjuistheid of kennelijke verschrijving. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank de verzoeken om herziening van de uitspraak met de procedurenummers LEE 17/1135 en LEE 17/1136 niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken op 23 mei 2017 door mr. K. Wentholt, rechter, in aanwezigheid van mr. J.A. van Loo, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: LEE 17/1589 en LEE 17/1590

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 mei 2017 in de zaken tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder.

Procesverloop

Op 7 april 2017 heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan in de zaken tussen verzoeker en verweerder met de procedurenummers LEE 17/1135 en LEE 17/1136. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard.
Op 10 april 2017 heeft verzoeker digitaal verzocht om herziening van deze uitspraak.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. De rechtbank heeft aanleiding gezien om met toepassing van voormelde bepaling het onderzoek in deze zaak te sluiten. Daartoe heeft de rechtbank het volgende overwogen.
3.1
In artikel 8:119, eerste lid, van de Awb is bepaald dat de bestuursrechter op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak kan herzien op grond van de in dat lid genoemde feiten of omstandigheden.
3.2
Een verzoek tot herziening kan worden gedaan met betrekking tot een onherroepelijke einduitspraak van een bestuursrechter in de hoofdzaak. De rechtbank overweegt dat het buitengewoon rechtsmiddel van herziening in de zin van artikel 8:119 van de Awb niet openstaat tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter, tenzij het een einduitspraak in de zin van artikel 8:86 van de Awb betreft (vgl. Rechtbank 's-Gravenhage 26 maart 2003, ECLI:NL:RBSGR:2003:AF7687 en Gerechtshof Den Haag, 23 juli 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2583). Van een einduitspraak in de zin van artikel 8:86 van de Awb is in het onderhavige geval geen sprake. Voorts is de rechtbank van oordeel dat zich geen toepassingsgrond voordoet voor rectificatie van de eerdere uitspraak wegens een feitelijke onjuistheid of een kennelijke verschrijving (vgl. CRvB 13 november 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BY3658).
3.3
Onder deze omstandigheden ziet de rechtbank aanleiding om de verzoeken om herziening van de uitspraak met procedurenummers LEE 17/1135 en LEE 17/1136 niet-ontvankelijk te verklaren.

Beslissing

De rechtbank verklaart de verzoeken om herziening van de uitspraak met procedurenummers LEE 17/1135 en LEE 17/1136 niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K. Wentholt, rechter, in aanwezigheid van mr. J.A. van Loo, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 mei 2017.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij de rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.