Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 29 september 2016 te [pleegplaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen (een) goed(eren) en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer1] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn/haar mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn/haar mededader(s), althans alleen
- in donkere kleding en/of met (half) bedekte gezichten en/of met een mes en/of een (op een) (nep)vuurwapen (gelijkend voorwerp) de winkel/het pand (videotheek) van die [slachtoffer1] is/zijn binnen gegaan en/of (vervolgens)
- een/dat (op een) (nep)vuurwapen (gelijkend voorwerp) op die [slachtoffer1] heeft/hebben gericht en/of gericht heeft/hebben gehouden en/of
- zich achter de balie/toonbank en/of in de richting van de kassa van die [slachtoffer1] heeft/hebben begeven en/of
- een/dat mes in de richting van en/of (ten overstaan van die [slachtoffer1] en/of (zichtbaar) op heuphoogte) recht voor zich uit heeft/hebben gehouden en/of met dat/een mes stekende en/of zwaaiende bewegingen in de richting van die [slachtoffer1] heeft/hebben gemaakt en/of
- aan die [slachtoffer1] dreigend heeft/hebben toegevoegd: "We willen je geld" en/of "Dit is een overval" en/of "Ik wil je geld" en/of "Geld, geld", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [slachtoffer1] ((onder meer) met een/dat (op een) (nep)vuurwapen (gelijkend voorwerp) op en/of tegen het hoofd en/of (elders) op en/of tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of
- met dat/een mes in het been van die [slachtoffer1] heeft/hebben gestoken en/of tegen het been/de benen en/of (elders) op en/of tegen het lichaam van die [slachtoffer1] heeft/hebben geschopt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 29 september 2016 te [pleegplaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer1] te dwingen tot de afgifte van (een) goed(eren) en/of geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
- in donkere kleding en/of met (half) bedekte gezichten en/of met een mes en/of een (op een) (nep)vuurwapen (gelijkend voorwerp) de winkel/het pand (videotheek) van die [slachtoffer1] is/zijn binnen gegaan en/of (vervolgens)
- een/dat (op een) (nep)vuurwapen (gelijkend voorwerp) op die [slachtoffer1] heeft/hebben gericht en/of gericht heeft/hebben gehouden en/of
- zich achter de balie/toonbank en/of in de richting van de kassa van die [slachtoffer1] heeft/hebben begeven en/of
- een/dat mes in de richting van en/of (ten overstaan van die [slachtoffer1] en/of (zichtbaar) op heuphoogte) recht voor zich uit heeft/hebben gehouden en/of met dat/een mes stekende en/of zwaaiende bewegingen in de richting van die [slachtoffer1] heeft/hebben gemaakt en/of
- aan die [slachtoffer1] dreigend heeft/hebben toegevoegd: "We willen je geld" en/of "Dit is een overval" en/of "Ik wil je geld" en/of "Geld, geld", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
hij op of omstreeks 29 september 2016 te [pleegplaats] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer1] heeft mishandeld door hem met een mes in het been te steken en/of met een (op een) (nep)vuurwapen (gelijkend voorwerp) op en/of tegen het hoofd en/of (elders) op en/of tegen het lichaam te slaan en/of door hem (anderszins) op en/of tegen het lichaam te slaan en/of te schoppen;
2. hij op of omstreeks 5 maart 2016, te [pleegplaats] , op of aan de openbare weg [straatnaam] , althans op de openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (rug)tas (met inhoud, waaronder(/)te weten een portemonnee met bankpassen en/of geld en/of een brillenkoker met bril), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij en/of zijn mededader(s)
(- zakelijk weergegeven -):
- met een capuchon op/over het/de hoofd(en), althans met (half) bedekt(e) gezicht(en), voor, achter en/of naast die [slachtoffer2] is/zijn gaan staan, en/of
- de vrije doorgang voor die [slachtoffer2] heeft/hebben versperd/belemmerd, en/of
- een mes heeft/hebben getoond aan en/of gericht op die [slachtoffer2] en/of stekende bewegingen met dat/een mes heeft/hebben gemaakt in de richting van die [slachtoffer2] , en/of
- een hamer heeft/hebben gericht op het hoofd van die [slachtoffer2] en/of met die/een hamer (op) een slaan(de) (gelijkende) beweging in de richting van die [slachtoffer2] heeft/hebben gemaakt, en/of /dan wel die/een hamer in een omhoog geheven hand in de richting (van het hoofd) van die [slachtoffer2] heeft/hebben gehouden, en/of
- d(i)e (rug)tas van die [slachtoffer2] heeft/hebben vast gepakt en/of aan d(i)e (rug)tas van die [slachtoffer2] heeft/hebben getrokken;
3. hij op of omstreeks 22 mei 2016 te [pleegplaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand/winkel (pomp/tankstation [naam bedrijf] ) (gevestigd aan de [straatnaam] ) heeft weggenomen (onder meer) (pakjes en/of sloffen) sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam bedrijf] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
4. hij op of omstreeks 9 juli 2016 en/of 31 oktober 2016 te [pleegplaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel/pand (telkens) heeft weggenomen (pakjes) sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [naam bedrijf] en/of [slachtoffer3] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen (pakjes) sigaretten onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode gevormd door de maanden juli/oktober 2016 tot en met december 2016 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, een goed te weten (een) sigaret(ten) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
5. hij op of omstreeks 22oktober 2016 te [pleegplaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk van-wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand/winkel (pomp/tankstation [naam bedrijf] ) weg te nemen sigaretten en/of geld, in elk geval enig(e) goed(eren),
geheel of ten dele toebehorende aan [naam bedrijf] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen sigarettenen/of geld, dan wel enig(e) goed(eren), onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
(met (een) ste(e)n(en)) (tegen) een ruit/raam, heeft/hebben (in)gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat het onder 1 subsidiair, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Hij voert hiertoe met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde aan dat de handelingen van verdachte en medeverdachten niet zien op een poging tot het wegnemen van geld van aangever [slachtoffer1] , maar op een poging tot afpersing van dat geld. Wat het onder 4 ten laste gelegde betreft, merkt de officier van justitie van justitie op dat de bewezenverklaring moet worden beperkt tot 9 juli 2016.
Standpunt van de verdediging
De raadsman sluit zich aan bij het standpunt van de officier van justitie, met dien verstande dat hij ten aanzien van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde niet bewezen acht dat verdachte samen met een ander of anderen aangever [slachtoffer1] met een mes in het been heeft gestoken.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
De rechtbank acht het onder 1 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel, dat op grond van de bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat de handelingen van verdachte en medeverdachten niet zien op een poging tot het wegnemen van geld van aangever [slachtoffer1] , maar op een poging tot afpersing van dat geld. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank volstaat ten aanzien van het hierna onder 1 subsidiair bewezen verklaarde met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), nu verdachte het hierna bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 mei 2017;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 29 september 2016, opgenomen op pagina 450 van het dossier met nummer 2017028132 d.d. 31 januari 2017, inhoudende de verklaring van [slachtoffer1] .
Met betrekking tot het onder 1 subsidiair ten laste gelegde acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op 29 september 2016 samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan een poging tot afpersing en mishandeling van aangever [slachtoffer1] , met dien verstande dat de rechtbank verdachte zal vrijspreken van het medeplegen van het steken met een mes. De rechtbank overweegt daartoe dat medeplegen een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten veronderstelt. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat er sprake was van een vooropgezet plan bij verdachten om aangever te gaan steken. Uit de bewijsmiddelen valt tevens niet af te leiden dat verdachte zich op het moment dat aangever werd gestoken, bewust was of had moeten zijn van dit steken, zodat ook van voorwaardelijk opzet op het steken van aangever geen sprake is.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank niet bewezen dat de verdachte zodanig bewust en nauw heeft samengewerkt met zijn medeverdachten dat sprake is van medeplegen van het steken met een mes, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
De rechtbank volstaat ten aanzien van het hierna onder 2 bewezen verklaarde met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu verdachte het hierna bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 mei 2017;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 6 maart 2016, opgenomen op pagina 155 van het dossier met nummer 2017028132 d.d. 31 januari 2017, inhoudende de verklaring van [slachtoffer2] .
Ten aanzien van het onder 3 en 5 ten laste gelegde
De rechtbank heeft geconstateerd dat in de tenlastelegging [pleegplaats] als pleegplaats staat vermeld, terwijl de feiten zijn gepleegd in [pleegplaats] . Nu ter zitting is gebleken dat er geen misverstand over de verdenking bestaat en [pleegplaats] is gelegen in de gemeente [pleegplaats] , leest de rechtbank [pleegplaats] als gemeente [pleegplaats] .
De rechtbank volstaat ten aanzien van het hierna onder 3 en 5 bewezen verklaarde met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, Sv, nu verdachte het hierna bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 mei 2017;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 22 mei 2016, opgenomen op pagina 367 van het dossier met nummer 2017028132 d.d. 31 januari 2017, inhoudende de verklaring van [naam] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord- Nederland d.d. 22 oktober 2016, opgenomen op pagina 534 van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [naam] .
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
Op grond van de stukken in het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting oordeelt de rechtbank in overeenstemming met de opvatting van de officier van justitie en de verdediging, dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van sigaretten gepleegd op 31 oktober 2016. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank zal verdachte eveneens vrij spreken van het subsidiaire, nu niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte sigaretten afkomstig van de diefstal van 31 oktober 2016 voorhanden heeft gehad.
Met betrekking tot de diefstal van sigaretten gepleegd op 9 juli 2016 komt de rechtbank tot een bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring van dit feit redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 mei 2017;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 9 juli 2016, opgenomen op pagina 386 van het dossier met nummer 2017028132 d.d. 31 januari 2017, inhoudende de verklaring van [naam] .
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het onder 1 subsidiair, 2, 3, 4 primair en 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. hij op 29 september 2016 te [pleegplaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer1] te dwingen tot de afgifte van geld, toebehorende aan [slachtoffer1] ,
- in donkere kleding en met half bedekte gezichten en met een mes en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp de winkel (videotheek) van die [slachtoffer1] zijn binnen gegaan en vervolgens
- dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer1] hebben gericht en gericht hebben gehouden en
- zich achter de toonbank en in de richting van de kassa van die [slachtoffer1] hebben begeven en
- dat mes in de richting van en ten overstaan van die [slachtoffer1] en zichtbaar op heuphoogte recht voor zich uit hebben gehouden en met dat mes stekende bewegingen in de richting van die [slachtoffer1] hebben gemaakt en
- aan die [slachtoffer1] dreigend hebben toegevoegd: "We willen je geld" en "Dit is een overval" en "Ik wil je geld" en "Geld, geld",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
hij op 29 september 2016 te [pleegplaats] , tezamen en in vereniging met een ander, [slachtoffer1] heeft mishandeld door hem met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp tegen het hoofd en elders op en tegen het lichaam te slaan en door hem anderszins op en tegen het lichaam te slaan en te schoppen;
2. hij op 5 maart 2016, te [pleegplaats] , op de openbare weg [straatnaam] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een rugtas met inhoud, te weten een portemonnee met bankpassen en geld en een brillenkoker met bril, toebehorende aan [slachtoffer2] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij en zijn mededaders:
- met een capuchon over de hoofden, althans met half bedekte gezichten, voor, achter en naast die [slachtoffer2] zijn gaan staan, en
- de vrije doorgang voor die [slachtoffer2] hebben belemmerd, en
- een mes hebben getoond aan en gericht op die [slachtoffer2] en stekende bewegingen met dat mes hebben gemaakt in de richting van die [slachtoffer2] , en
- een hamer hebben gericht op het hoofd van die [slachtoffer2] en met die hamer een op slaande gelijkende beweging in de richting van die [slachtoffer2] hebben gemaakt,
- die rugtas van die [slachtoffer2] hebben vast gepakt en aan die rugtas van die [slachtoffer2] hebben getrokken;
3. hij op 22 mei 2016 in de gemeente [pleegplaats] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkel (pompstation [naam bedrijf] ) (gevestigd aan de [straatnaam] ) heeft weggenomen pakjes sigaretten, toebehorende aan [naam bedrijf] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
4. hij op 9 juli 2016 te [pleegplaats] tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkel heeft weggenomen pakjes sigaretten, toebehorende aan de [naam bedrijf] en/of [slachtoffer3] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
5. hij op 22 oktober 2016 in de gemeente [pleegplaats] tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkel (pompstation [naam bedrijf] ) weg te nemen sigaretten, toebehorende aan [naam bedrijf] , en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, met stenen een ruit, hebben ingegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.