Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
(HR 5 april 2011, NJ 2011/172). Voorts kan niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag, dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer, worden afgeleid dat er sprake is van schuld in vorenbedoelde zin (
HR 1 juni 2004, NJ 2005/253).
(onder meer HR 17 februari 2009, VR 2009/102 en HR 14 april 2009, NJ 2009/197). Verdachte was met zijn gedachten bij de vergeten afspraak, hij heeft gebeld en geappt. Uit de omstandigheid dat om 10.21 uur is uitgebeld en het ongeval om 10.26 uur ter kennis van verbalisanten kwam, leidt de rechtbank af dat verdachte gedurende langere tijd zijn aandacht niet bij het verkeer heeft gehad. Daardoor heeft verdachte gebeurtenissen die zich op de weg voor hem afspeelden - stilstaande auto’s waarvan enkele met alarmlichten aan - niet gezien, die hij evident had moeten zien en die andere weggebruikers voor hem wel hebben gezien.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden.
nietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
een taakstraf voor de duur van 240 uren.
6 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.