Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verzoekster] , te Overschild, verzoekster
Procesverloop
Overwegingen
Bij het primaire besluit heeft verweerder verzoekster een last onder bestuursdwang opgelegd. Verweerder heeft daaraan ten grondslag gelegd dat nu de woning onvoldoende stabiliteit heeft om te blijven staan in de huidige staat niet wordt voldaan aan het minimale afkeurniveau, hetgeen een overtreding van artikel 1b, tweede lid, sub a, van de Woningwet inhoudt. Tevens is sprake van overtreding van artikel 1a, eerste lid, van de Woningwet, omdat de woning in de huidige staat een gevaar kan opleveren voor bewoners en omwonenden. Hierbij verwijst verweerder naar de artikelen 2.6 en 2.7 van het Bouwbesluit. Verweerder heeft besloten verzoekster een last onder bestuursdwang op te leggen teneinde deze overtredingen te beëindigen. Verzoekster kan de toepassing van bestuursdwang voorkomen door zelf uiterlijk 1 juni 2016 de woning veilig te (laten) stellen door middel van het stutten van het pand. Alvorens over te gaan tot het stutten zal overeenstemming met de buren bereikt moeten worden omdat de stutten deels op hun grond komen te staan. Vermeld is voorts dat de overtreding ook kan worden opgeheven door het pand te slopen. Verzoekster is in overweging gegeven te kiezen voor sloop van het pand. Tegen dit besluit heeft verzoekster bezwaar gemaakt en een voorlopige voorziening ingediend.