5.1.1.In de Structuurvisie staan de kansen en ontwikkelingen van de gemeente Borger-Odoorn voor de eerstkomende 10 á 15 jaar vermeld. Borger is, onbestreden, een toeristisch dorp. In paragraaf 5.8 van de Structuurvisie staat dat recreatie en toerisme belangrijke economische pijlers zijn. Met het oog daarop worden kleinschalige, kwalitatief hoogwaardige en binnen de huidige structuren passende, recreatieve activiteiten en accommodaties gestimuleerd. In het Uitvoeringsprogramma dat bij de Structuurvisie hoort, is het Centrumplan Borger genoemd. Dit plan is gericht op het verbeteren van de centrum- en verblijfsfunctie van Borger. Villa van Streek is een accommodatie die, naast de lokale bevolking, met name toeristen trekt en recreatieve activiteiten aanbiedt en daarmee, aldus verweerder, bijdraagt aan de centrum- en verblijfsfunctie van Borger. Hoewel een horecafunctie niet specifiek in de Structuurvisie wordt genoemd en op grond van de beheersverordening aan de Torenlaan niet is toegestaan, heeft verweerder zich naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat horeca wel past binnen een (toeristisch) centrum in een straat waar reeds sprake is van functiemenging en waar ook feitelijk al horeca is gevestigd.
6. Verweerder stelt zich voorts op standpunt dat het uitzicht, het woongenot en de privacy van de buren niet zodanig wordt aangetast dat van het toestaan van de horecafunctie met terrasinrichting aan de achterzijde van het perceel moet worden afgezien. Voor wat betreft de beoordeling van het woon- en leefklimaat, heeft verweerder aangesloten bij de normen uit het Activiteitenbesluit milieubeheer. Verweerder heeft aan de bij besluit van 30 december 2015 gewijzigde omgevingsvergunning voorschriften verbonden om er voor te zorgen dat Villa van Streek aan het Activiteitenbesluit kan voldoen. De geluidsnorm op grond van het Activiteitenbesluit voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau op de gevel van gevoelige gebouwen bedraagt in de dag-, avond- en nachtperiode respectievelijk 50, 45 en 40 dB(A). De StAB heeft in het rapport van 31 maart 2016 te kennen gegeven dat het gelet op de aard van de omgeving niet ongebruikelijk is om uit te gaan van bovengenoemde grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Die waarden zijn passend bij een centrumomgeving. Dat het oostelijk deel van het perceel [adres] in de huidige situatie wellicht in mindere mate wordt belast door omgevingsgeluid dan andere delen van het perceel, maakt dit volgens de StAB niet anders. De rechtbank ziet in hetgeen eisers hebben aangevoerd geen aanleiding aan deze conclusie van de StAB te twijfelen.
7. Uit het geluidsonderzoek van de Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUD) blijkt dat ter plaatse van de gevels en in de tuin aan de geluidsgrenswaarden uit het Activiteitenbesluit wordt voldaan. Ten aanzien van de uitgangspunten van het geluidsonderzoek van de RUD heeft de StAB in het rapport van 31 maart 2016 het volgende opgemerkt. In beginsel moet volgens de StAB bij de beoordeling worden uitgegaan van de maximale planologische mogelijkheden van het terras. Indien een situatie zich in werkelijkheid – naar redelijkerwijs mag worden aangenomen – niet kan voordoen, mag worden uitgegaan van een representatieve invulling, aldus de StAB. In het geluidsonderzoek van de RUD is uitgegaan van een gemiddelde bezetting van het terras van 85% over de hele avondperiode. De StAB merkt op dat verweerder aan de omgevingsvergunning geen beperkingen heeft verbonden ten aanzien van de bezettingsgraad van het terras. Evenmin is in de vergunning gemotiveerd waarom wordt afgeweken van de maximale invulling. Verweerder heeft desgevraagd bij de StAB aangegeven dat in onderhavig geval van 85% is uitgegaan, omdat het terras nooit helemaal vol zit. Een bezettingsgraad van 85% is al veel meer dan in de praktijk voorkomt, maar de RUD heeft met opzet een ruime marge aangehouden. Een berekening met een bezettingspercentage van 100% geeft volgens verweerder geen beeld van de representatieve bedrijfssituatie. Er is sprake van een brasseriefunctie binnen een mixbedrijf met horeca, detailhandel, zaalverhuur, en workshops, waarbij de horeca-activiteit in de praktijk met name inpandig en op het terras aan de voorzijde (straatkant Torenlaan) plaatsvindt. Tijdens het bezoek ter plaatse door een medewerker van de StAB is namens vergunninghouder toegelicht dat de capaciteit van de keuken beperkt is en tafels niet twee keer op een avond kunnen worden bediend. Dit betekent dat wanneer (etende) gasten het terras verlaten de tafel niet opnieuw voor de rest van de avond zal worden bezet. Verder is sprake van een brasserie en bestaat de doelgroep van Villa van Streek voor een groot deel uit toeristen die Borger met name in de zomerperiode bezoeken. Daarmee verschilt het gebruik van het terras van Villa van Streek wezenlijk van het gebruik van een terras bij bijvoorbeeld een café in een stedelijk centrum. Gelet op het voorgaande is de StAB van mening dat de bezettingsgraad van 85% gedurende de avondperiode gezien kan worden als een representatieve invulling. De rechtbank ziet in hetgeen eisers hebben aangevoerd geen aanleiding aan deze conclusie van de StAB te twijfelen.
8. De rechtbank overweegt vervolgens dat in de ambtshalve gewijzigde omgevingsvergunning het maximaal aantal tafels op het terras is beperkt tot twaalf tafels op een afstand van minimaal vier meter uit de perceelgrens. Indien een afstand van minimaal vijf meter uit de perceelgrens wordt aangehouden mag het aantal tafels zestien bedragen. Tevens is de afmeting van het terras begrensd en is bepaald dat het terras tot maximaal 23.00 uur open mag zijn.