Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
op basis van het onderzoek geen andere mogelijkheid ziet dan ontslag op staande voet". In het gesprek hebben u en uw echtgenote ook aangegeven dat het ontslag op staande voet schriftelijk zou worden bevestigd.
op basis van het onderzoek geen andere mogelijkheid ziet dan ontslag op staande voet", is correct. Echter, u stelde als reactie vervolgens dat ik maar een goede advocaat zou moeten nemen omdat u in dat geval verweer zou voeren en een vergoeding aan uw cliënte twee à driemaal hoger voor mij zou kunnen uitvallen. Ik heb vervolgens (waar mijn echtgenote bij aanwezig was) aan u aangegeven eerst overleg met mijn advocaat te hebben en mijn (dan te nemen) besluit vervolgens schriftelijk mede te delen. Vervolgens heeft advocaat mr. Tamourt namens mij op 7 juni jongstleden telefonisch contact met u gezocht en namens mij mediation aangeboden. Daarna heb ik, zoals aan u medegedeeld, mijn besluit per mail de dato 8 juni 2017 aan u en uw cliënte kenbaar gemaakt. Er heeft nimmer een ontslag op staande voet plaatsgevonden.
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Ik zie geen andere mogelijkheid dan over te gaan tot ontslag op staande voet". Een gelijksoortige erkenning heeft hij gedaan in zijn e-mailbericht van 15 juni 2017. Notaris [X] heeft echter aangevoerd dat de gemachtigde van [verzoekster] daarna direct zei dat hij verweer zou gaan voeren en het voor [naam BV] veel duurder zou gaan worden. Daarna verliep het gesprek volgens notaris [X] rommelig. Notaris [X] heeft ter zitting verder aangegeven dat hij in dat gesprek vervolgens heeft gezegd dat hij zal overleggen met zijn advocaat en dat hij dan een beslissing zal nemen. Die beslissing heeft hij volgens hem bij zijn e-mailbericht van 8 juni 2017 gegeven, te weten [verzoekster] geen ontslag op staande voet te verlenen.
Ik zie geen andere mogelijkheid dan over te gaan tot ontslag op staande voet" op staande voet heeft ontslagen. Zij betwist dat notaris [X] in het gesprek van 30 mei 2017 heeft gezegd dat hij nog zal overleggen met zijn advocaat en dat hij dan een beslissing zal nemen. Volgens [verzoekster] heeft notaris [X] gezegd dat het gegeven ontslag op staande voet nog schriftelijk door hem zal worden bevestigd. [verzoekster] heeft echter geen schriftelijke bevestiging van het ontslag ontvangen. Volgens [verzoekster] hebben de gemachtigden van partijen op 6 juni 2017 telefonisch contact gehad waarin de gemachtigde van [verzoekster] heeft gezegd dat [naam BV] [verzoekster] op 30 mei 2017 ontslag op staande voet heeft verleend. [verzoekster] heeft voorts gesteld dat haar gemachtigde het verzoekschrift op 7 juni 2017 aan de gemachtigde van [naam BV] heeft gemaild en dat [naam BV] zich pas daarna, in haar e-mailbericht van 8 juni 2017, op het standpunt heeft gesteld dat zij [verzoekster] geen ontslag op staande voet heeft verleend.
6.De beslissing
30 augustus 2017schriftelijk dient uit te laten:
beide partijenin dat geval hebben voor de periode van 4 maanden na genoemde datum, waarna een dag voor het getuigenverhoor zal worden bepaald, dan wel zal worden voortgeprocedeerd;
30 augustus 2017schriftelijk aan rechtbank en aan de wederpartij moet opgeven;