In deze zaak gaat het om een verzoek van [verzoekster] tegen de vereffenaar mr. C. Krijger, inzake de tegeldemaking van de nalatenschap van de erflater. De vereffenaar heeft op 11 februari 2017 goedkeuring gevraagd voor de tegeldemaking van de onderneming van de erflater, waarbij [verzoekster] bezwaar heeft gemaakt tegen de voorgenomen wijze van verkoop. De rechter-commissaris heeft op 9 augustus 2017 uitspraak gedaan. De rechter-commissaris oordeelt dat de vereffenaar de discretionaire bevoegdheid heeft om te bepalen hoe de tegeldemaking zal plaatsvinden, en dat de belangen van de schuldeisers voorop staan. De rechter-commissaris wijst het verzoek van [verzoekster] af, maar geeft wel aanwijzingen voor de vereffenaar om te onderzoeken of overeenstemming kan worden bereikt over de voorwaarden voor de verkoop van het bedrijf aan [verzoekster]. De rechter-commissaris benadrukt dat de vereffenaar de mogelijkheid heeft om het bedrijf te verkopen aan [verzoekster] tegen de door haar geboden prijs, mits er overeenstemming wordt bereikt over de voorwaarden. Indien er geen overeenstemming komt, moet de vereffenaar binnen zes maanden overgaan tot verkoop van de goederen van de erflater.