Op 11 augustus 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot zware mishandeling. De verdachte had op 30 juni 2015 in Groningen, in zijn eigen huis, twee mannen, vader en zoon, met een mes verwond tijdens een aanval. De rechtbank oordeelde dat de verdachte handelde uit noodweer, omdat hij werd aangevallen door de twee mannen. De rechtbank achtte het noodzakelijk dat de verdachte zich verdedigde en concludeerde dat zijn reactie proportioneel was. De verdediging stelde dat de verdachte zich moest beschermen tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. De rechtbank vond de verklaring van de verdachte geloofwaardig en oordeelde dat er geen sprake was van een strafbaar feit. De verdachte werd ontslagen van alle rechtsvervolging. De benadeelde partijen, de vader en zoon, werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen tot schadevergoeding, aangezien de rechtbank tot de conclusie kwam dat de verdachte niet strafbaar was.