ECLI:NL:RBNNE:2017:3753
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- O.J. Bosker
- F. de Jong
- M.R.M. Beaumont
- Rechtspraak.nl
Veroordeling wegens mishandeling en vernieling met taakstraf
Op 2 oktober 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1985, die werd bijgestaan door mr. E. van der Meer. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. A. van den Oever. De zaak betreft mishandeling en vernieling, gepleegd op 30 maart 2015 te Winschoten. De verdachte heeft [slachtoffer 1] mishandeld door hem een kopstoot te geven en heeft opzettelijk een regenpijp, toebehorende aan [slachtoffer 2], vernield.
Tijdens de zitting op 18 september 2017 heeft de verdachte zijn verklaring afgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de aangiften van de slachtoffers als bewijsmiddelen gebruikt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de feiten wettig en overtuigend bewezen zijn, met uitzondering van andere ten laste gelegde feiten, waarvan de verdachte is vrijgesproken.
De rechtbank heeft de strafbaarheid van de verdachte vastgesteld en heeft rekening gehouden met de omstandigheden van de zaak, waaronder de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De officier van justitie had een taakstraf van 60 uren geëist, waarvan 30 uren voorwaardelijk. De verdediging pleitte voor een geheel voorwaardelijke taakstraf van maximaal 30 uren. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de verdachte te veroordelen tot een taakstraf van 30 uren, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich binnen de proeftijd van 1 jaar opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit. De rechtbank heeft ook bepaald dat vervangende hechtenis kan worden toegepast indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht.