ECLI:NL:RBNNE:2017:389
Rechtbank Noord-Nederland
- Verzet
- F.J. Agema
- F. de Jong
- O.J. Bosker
- Rechtspraak.nl
Toewijzing vordering tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde straf na niet-naleving van bijzondere voorwaarden
Op 24 januari 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zitting houdende in Groningen, uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 18/830076-15. De rechtbank behandelde een vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf van 8 maanden gevangenisstraf. Deze straf was eerder opgelegd bij vonnis van 1 maart 2016, waarbij de veroordeelde onder bijzondere voorwaarden was vrijgelaten. De veroordeelde, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], had geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland en was niet verschenen op de zitting, ondanks een correcte oproeping.
De officier van justitie had op 23 december 2016 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank zou overgaan tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, omdat de veroordeelde de opgelegde bijzondere voorwaarden niet had nageleefd. Dit werd bevestigd door een rapport van het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, gedateerd 22 juli 2016, waarin werd vermeld dat de veroordeelde contact had gezocht met de reclassering en had aangegeven in het buitenland te verblijven zonder plannen om terug te keren naar Nederland.
De rechtbank heeft, gelet op artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht, de vordering van de officier van justitie toegewezen. De rechtbank gelastte de tenuitvoerlegging van de 8 maanden gevangenisstraf, die eerder voorwaardelijk was opgelegd. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. F.J. Agema, en de rechters mr. F. de Jong en mr. O.J. Bosker, met mr. E.A.B. de Jong als griffier. Mr. F. de Jong was niet in staat de beslissing te ondertekenen.