ECLI:NL:RBNNE:2017:4283
Rechtbank Noord-Nederland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzetprocedure met ontvankelijkheidsvragen in civiele zaak tussen opposante en Arenda I B.V. en Next Finance B.V.
In deze zaak gaat het om een verzetprocedure die is ingesteld door [opposante] tegen een verstekvonnis van 22 februari 2011. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [opposante] en haar overleden echtgenoot [XX] in 2011 zijn gedagvaard door de besloten vennootschap Arenda I B.V. voor een vordering van € 4.775,03. Het verstekvonnis is aan hen betekend door achterlating van het exploot op hun adres. In 2012 is er beslag gelegd op de uitkering van [XX] door Arenda I, en in 2015 is de vordering overgedragen aan Next Finance B.V. [opposante] heeft in verzet gesteld dat zij pas na de brief van de incassogemachtigde van Next Finance op 23 mei 2017 kennis heeft genomen van het verstekvonnis en betwist de verschuldigdheid van het bedrag aan Arenda I of Next Finance. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [opposante] ontvankelijk is in haar verzet, omdat niet voldoende is komen vast te staan dat zij bekend was met het verstekvonnis. De kantonrechter heeft het verzet tegen Next Finance niet-ontvankelijk verklaard, maar het verstekvonnis bekrachtigd en [opposante] veroordeeld in de kosten van de procedure.