Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de mondelinge behandeling op 10 november 2017; namens EcoVario zijn verschenen
- de pleitnota van EcoVario;
- de pleitnota van Inlia.
2.De feiten
"reeds vorig jaar (…) er de goedkeuring (was) van de goedkeuring van de financiering"en heeft daarbij verzocht om binnen vijf dagen het bedrag van de waarborgsom ad € 229.40367 over te maken.
3.Het geschil
4.De beoordeling
realisatie-/huurovereenkomst bekend geworden omstandigheden haar goede grond geven te vrezen dat EcoVario haar verplichtingen niet zal nakomen (artikel 6:263 BW). Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan Inlia haar verplichting tot het afgeven van een bankgarantie/waarborgsom niet opschorten. Hiertoe is het volgende redengevend.
diegevallen. Bovendien is ook niet gebleken dat er in de onderhavige zaak concrete aanwijzingen voor dergelijke malversaties zijn. Het enkele feit dat de bestuurders dezelfde personen betreffen acht de voorzieningenrechter op zichzelf onvoldoende. Verder heeft Inlia niet aannemelijk gemaakt dat de solvabiliteit van Merwestreek, wat daar verder ook van zij nu recente financiële informatie ontbreekt, de oorzaak is van het stopzetten van de betalingen door Merwestreek (zie r.o. 2.8.). Uit de overgelegde stukken blijkt veeleer dat het ontbreken van een bankgarantie/waarborgsom daar de oorzaak van is. Tot slot is het - zoals reeds eerder werd overwogen - nog dermate onzeker dat als gevolg van een (aanvullend) Bibob-onderzoek, waarvan EcoVario overigens stelt niets te weten, de bouwvergunning zal worden ingetrokken, dat daarmee bij de onderhavige beoordeling geen rekening gehouden kan worden.
816,00
5.De beslissing
aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat EcoVario niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;