ECLI:NL:RBNNE:2017:4886

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
15 december 2017
Publicatiedatum
18 december 2017
Zaaknummer
LEE 17 /4255 en LEE 17/4300
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van besluiten tot onttrekking aan de openbaarheid en afzetting van de Hendrik Algraweg te Leeuwarden

Op 15 december 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaken LEE 17/4255 en LEE 17/4300, waarin verzoekers bezwaar maakten tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden. Deze besluiten betroffen de onttrekking van een deel van de Hendrik Algraweg aan de openbaarheid en de afsluiting van delen van deze weg voor verkeer, met uitzondering van landbouwverkeer. De besluiten waren op 12 en 13 december 2017 genomen en zouden op 15 december 2017 in werking treden.

Verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. E.F. van der Goot, hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Tijdens de zitting op 15 december 2017 is het spoedeisend belang van de verzoekers aan de orde gekomen, aangezien de afsluitingswerkzaamheden diezelfde avond zouden beginnen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de besluitvorming niet correct was verlopen, onder andere omdat de hoorplicht niet was nageleefd en er geen deugdelijke belangenafweging was gemaakt.

De voorzieningenrechter heeft besloten de primaire besluiten te schorsen, het betaalde griffierecht van € 333 aan verzoekers te vergoeden en verweerder te veroordelen in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 990. De uitspraak is gedaan in het openbaar en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
zaaknummers: LEE 17/4255
LEE 17/4300

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

15 december 2017 op de verzoeken om een voorlopige voorziening in de zaken tussen

[verzoeker 1] , [verzoeker 2] en [verzoeker 3], te Leeuwarden, verzoekers
(gemachtigde: mr. E.F. van der Goot),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden, verweerder
(gemachtigde: mr. M. Swart).

Procesverloop

Bij besluit van 12 december 2017 (het primaire besluit I), bekend gemaakt op 14 december 2017, heeft verweerder een deel van de Hendrik Algraweg te Leeuwarden aan de openbaarheid onttrokken. Het besluit vermeldt dat de feitelijke afsluiting plaats vindt op 15 december 2017.
Tegen dit besluit hebben verzoekers bezwaar gemaakt. Tevens hebben verzoekers de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek is geregistreerd met zaaknummer LEE 17/4255.
Bij besluit van 13 december 2017 (het primaire besluit II), bekend gemaakt op 14 december 2017, heeft verweerder besloten middels het plaatsen van verkeersborden de delen van de Hendrik Algraweg gelegen aan beide zijden van het onttrokken gedeelte gesloten te verklaren voor alle verkeer met uitzondering van landbouwverkeer.
Tegen dit besluit hebben verzoekers bezwaar gemaakt. Tevens hebben verzoekers de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek is geregistreerd met zaaknummer LEE 17/4300.
De geschillen zijn behandeld op de zitting van 15 december 2017. Namens verzoekers zijn verschenen hun gemachtigde en A.S. Brouwers. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, door T. Tuenter, door I. Zijlstra en door D. Bergsma.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- schorst de primaire besluiten;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 333 aan verzoekers te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 990.

Overwegingen

Het spoedeisend belang is een gegeven gelet op het feit dat 15 december 2017 om 19:00 uur het tijdstip is waarop met de afsluitingswerkzaamheden wordt begonnen.
Procedureel gezien is de besluitvorming niet erg fraai verlopen. Zo heeft verweerder niet voldaan aan de hoorplicht in beide zaken, terwijl van deze verzoekers wel degelijk bekend was wat hun bezwaren waren. Daar komt nog bij dat de besluiten feitelijk onmiddellijk in werking treden, terwijl dat bij dit soort besluiten niet op voorhand nodig is.
Verder ontbreekt in de besluiten een belangenafweging, waarbij opnieuw geldt dat de bezwaren van verzoekers bekend waren. De bezwaarschriftprocedures zijn echter bedoeld om bepaalde mankementen te repareren. Zo kunnen bezwaarmakers in die procedures alsnog al hun argumenten en stukken naar voren brengen. Ook kan het college alsnog in deze zaken een deugdelijke belangenafweging maken.
Of de bezwaarschriftprocedures andere besluiten zullen opleveren is natuurlijk nog onzeker. Dat betekent dat de voorzieningenrechter in de tussentijd zal moeten overwegen of een voorlopige voorziening getroffen moet worden. In dat kader dient de voorzieningenrechter een belangenafweging te maken. Daarbij gaat het om de belangen die volgens verweerder met deze besluiten worden gediend, afgewogen tegen de belangen van verzoekers om schade te voorkomen.
Ter zitting heeft verweerder betoogd dat er de noodzaak is om meteen vanavond aan de slag te gaan in verband met het “domino-effect”: nu moet er actie worden ondernomen, anders gaat het op andere vlakken mis. Van die motivering is de voorzieningenrechter niet overtuigd geraakt. Het is uiteraard niet ondenkbaar dat er op enig moment een onttrekking aan de openbaarheid moet volgen, zeker tegen de tijd dat de woonwijk moet worden aangelegd, maar verweerder heeft ter zitting onvoldoende gemotiveerd waarom in verband daarmee nu al een onttrekking, inclusief een verkeersbesluit, moet plaatsvinden. Het college heeft daarbij natuurlijk wel een ruime bevoegdheid, maar dat neemt niet weg dat er wel een deugdelijke onderbouwing moet zijn voor de besluiten. Te meer daar de gemachtigde van verzoekers ook met alternatieven komt en vraagtekens stelt bij de noodzaak om nu al de Algraweg aan de openbaarheid te onttrekken, enerzijds voor de afslag naar het landbouwmuseum en anderzijds voor het grootschalig parkeren ten behoeve van evenementen.
Verzoekers hebben in de stukken en ter zitting een begin van bewijs van schade geleverd. De voorzieningenrechter verwijst in dit verband naar de taxatierapporten. De voorzieningenrechter realiseert zich dat deze opgesteld zijn in de vorige zaak en dat inmiddels wellicht rekening moet worden gehouden met een betere bereikbaarheid van verzoekers door de reeds uitgevoerde werkzaamheden en met andere inmiddels gewijzigde factoren. Desondanks weegt naar het oordeel van de voorzieningenrechter het belang van verzoekers om het ontstaan van schade te voorkomen, het zwaarst.
Dat betekent dat de voorzieningenrechter de besluiten met onmiddellijke ingang schorst, zodat de onttrekking en de afzetting op basis van het verkeersbesluit vanavond niet kunnen doorgaan. Dit in afwachting van de afloop van de bezwaarprocedures.
Wat betreft de proceskostenveroordeling worden de zaken als samenhangende zaken aangemerkt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.G. Wijtsma, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. H.A. Hulst, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 december 2017.
Waarvan proces-verbaal.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.