In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 22 december 2017 uitspraak gedaan over de heffing van kansspelbelasting (KSB) die eiser had voldaan naar aanleiding van zijn deelname aan internetpokerspelen via de website pokerstars.eu. Eiser, inwoner van Nederland, had in februari 2013 een positief resultaat van € 12.886 en in oktober 2013 een positief resultaat van € 2.058 behaald. De inspecteur van de Belastingdienst had het bezwaar van eiser tegen de heffing van KSB ongegrond verklaard, waarna eiser beroep instelde.
De rechtbank oordeelde dat de heffing van KSB in strijd is met artikel 56 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), dat het recht op vrij verkeer van diensten waarborgt. De rechtbank concludeerde dat de diensten van Pokerstars werden aangeboden door een onderneming die binnen de EU is gevestigd, waardoor de heffing van KSB over de behaalde resultaten achterwege moest blijven. De rechtbank vernietigde de uitspraken op bezwaar en droeg de Belastingdienst op om aan eiser een teruggaaf te verlenen van de voldane KSB.
Daarnaast oordeelde de rechtbank dat eiser recht had op immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank constateerde dat de redelijke termijn met meer dan twee jaar was overschreden en veroordeelde de Belastingdienst tot betaling van € 1.000 aan eiser. Tevens werd de Belastingdienst veroordeeld tot vergoeding van het betaalde griffierecht en de proceskosten van eiser. De uitspraak is openbaar uitgesproken en kan binnen zes weken worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.