ECLI:NL:RBNNE:2017:716
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herzieningsverzoek vaststelling Bbz-uitkering 2008 en 2009
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 2 maart 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een ondernemer, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden. Eiser had een herzieningsverzoek ingediend met betrekking tot de definitieve vaststelling van zijn Bbz-uitkering over de jaren 2008 en 2009. Het primaire besluit van 21 december 2015, waarin het verzoek om herziening werd afgewezen, werd door verweerder onderbouwd met de stelling dat het inkomen van eiser uit loondienst netto meer bedroeg dan de voor hem geldende bijstandsnorm. Eiser had eerder een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangen en had een eigen bedrijf dat zich richtte op de import en export van autobanden en automaterialen.
Bij het bestreden besluit van 23 juni 2016 werd het bezwaar van eiser deels gegrond verklaard, maar de herziening van de Bbz-uitkering over 2008 werd niet doorgevoerd. Eiser stelde dat hij over de betreffende periode geen winst had gemaakt en dat hij niet goed was voorgelicht over de terugbetalingsverplichtingen bij winst. De rechtbank oordeelde dat verweerder bij de berekening van de Bbz-uitkering de juiste cijfers had gehanteerd en dat eiser onvoldoende bewijs had geleverd om zijn stellingen te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat eiser zelf verantwoordelijk was voor het accepteren van de bijstandsverlening en dat de beroepsgrond faalde.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond en werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 2 maart 2017, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.