Beoordeling van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat het ten laste gelegde kan worden bewezen. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de camerabeelden van de [winkel] duidelijk zijn en dat de verklaring van de beveiliger consistent is en ondersteund wordt door verklaringen van verschillende getuigen. Er zijn geen aanwijzingen dat de beveiliger dingen heeft gezien die er niet waren. De officier van justitie houdt de verklaring van verdachte over het glas daarom ook voor ongeloofwaardig.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onderdeel 'tezamen en in vereniging' alsmede van het dreigen met een stuk glas. Hij heeft daartoe aangevoerd dat er van samenwerking ten aanzien van diefstal hooguit pas in een laat stadium sprake is geweest. Verdachte wist niet dat de vrouw met wie hij in de winkel was ook gestolen had. Hij heeft haar hulp aangeboden toen ze in de problemen kwam. Hij erkent dat hij zelf gestolen heeft en dat hij vervelende opmerkingen tegen de beveiliger heeft gemaakt. Getuigen hebben niet gezien dat verdachte glas in zijn hand zou hebben gehad. Hoe het glas in de [straatnaam] terecht is gekomen is bovendien onduidelijk gebleven.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is ‒ ook in onderdelen ‒ slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 februari 2017:
Ik beken de diefstal van het dekbed bij de [winkel] . Ik ben samen met een vrouw naar binnengegaan. U vraagt mij wat ik doe wanneer ik op de beddengoedafdeling door de knieën zak, het dekbed uit de verpakking haal en na enig tijd weer terugstop. Op dat moment ben ik bezig het alarm eraf te halen. Ik belemmerde de beveiliger zijn weg. Dat heeft ongeveer 300 tot 350 meter geduurd. Duwen en trekken? Mwoah mwoah, oke. Ik heb ook vervelende dingen tegen de beveiliger gezegd. Geen vriendelijke dingen. Gemene dingen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 22 september 2016, opgenomen op pagina 27 e.v. van dossier met nummer 2016272750 d.d. 2 november 2016, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Op 22 september 2016, omstreeks 16.25 uur werd ik gebeld door de [winkel] [straatnaam] te Groningen. Aldaar zou zich een vrouwelijke verdachte zich bevinden in de paskamers op de begane grond. Ik liep de winkel binnen en ik zag dat vrouwelijke verdachte uit de paskamer liep. Zij stak de stellingen door en ik zag dat zij daar iets dumpte, in de stelling bij de sokken. Dit bleek een kartonnen tas te zijn, ik keek hier snel in en zag afval van de gestolen goederen. Ik zag dat er kaartjes en plastic verpakkingen in zaten. Op het moment dat de vrouwelijke verdachte de [winkel] verliet, liep zij naar de overkant van de [straatnaam] , hier maakt zij contact met de mannelijke verdachte. Ik zag dat hij haar een knikje gaf. Op dat moment zag ik dat ze samen de [straatnaam] in liepen richting de [straatnaam] . Ter hoogte van hotel de [naam hotel] zag ik dat beide verdachten begonnen te rennen in de richting van de [straatnaam] . Zelf heb ik toen een sprint in gezet om de verdachten in te halen.
In de [straatnaam] , ter hoogte van het [straatnaam] , had ik hen beiden ingehaald. Ik had ondertussen gezien dat de vrouw de tassen met de gestolen goederen aan de man had gegeven. Ik vertelde de man dat zij beiden waren aangehouden ter zake winkeldiefstal. Ik hoorde de mannelijke verdachte zeggen dat ik van hem af moest blijven dan wel niet aan moest raken, anders zou hij (de mannelijke verdachte) dingen met mij doen wat ik niet zou willen dat mij overkwam. Ik hoorde de mannelijke verdachte schreeuwen dat ik de vrouwelijke verdachte, de moeder van zijn kind, moest laten gaan. Ik zag dat de mannelijke verdachte hierop een glazen fles stuk sloeg tegen de muur. Ik hoorde de mannelijke verdachte zeggen dat hij mij zou steken dan wel snijden als ik de moeder van zijn kind niet liet gaan. Ook hoorde ik hem zeggen dat hij zou moorden voor zijn kind. Ik hoorde dat hij zei dat ik hem niet kende en daardoor niet wist wie hij was en wat hij wel niet zou doen met mij, als ik de moeder van zijn kind niet liet gaan. Vervolgens voelde ik hem mij naar achteren duwen. Toen ik de [straatnaam] was overgestoken was ik de vrouw uit zicht verloren. Ik wilde de [straatnaam] inlopen en in de stegen kijken of ik de vrouwelijke verdachte kon zien. Hierop werd ik belemmerd door de mannelijke verdachte. Hij belemmerde en bedreigde mij constant. Hij belemmerde mij door mij te duwen en met het kapotte glas te dreigen. Ik zag dat hij zwaaiende bewegingen maakte met dit kapotte glas, waardoor bij mij de overtuiging bestond dat hij mij daadwerkelijk wilde steken. Vervolgens heb ik samen met de politieagenten de achtervolging ingezet achter de mannelijke verdachte aan. Deze is aan het eind van de [straatnaam] aangehouden.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen naar aanleiding van camerabeelden van Politie Noord-Nederland d.d. 23 september 2016, opgenomen op pagina 42 e.v. van het hiervoor genoemde dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant [verbalisant1] :
Naar aanleiding van de aangifte van diefstal gevolgd door geweld heb ik de door [slachtoffer] , aangever namens [winkel] ter beschikking gestelde camerabeelden (bekeken) waarop een diefstal gepleegd door verdachte [verdachte] en een tot op heden onbekend gebleven vrouw te zien zou zijn.
CD2 22 september 2016 16.14 uur:
[verdachte] en vrouw komen in beeld op afdeling beddengoed. [verdachte] pakt een dekbedovertrek, waarvan soortgelijke lege verpakking is aangetroffen in de door de vrouw later gedumpte tas, en geeft deze aan de vrouw. 16.15 uur: [verdachte] gaat op de knieën zitten en pakt een tas, met daarin volgens aangever [slachtoffer] een dekbed. [verdachte] haalt het dekbed uit de tas, bekijkt het en stopt deze terug in de tas. 16.17 uur: [verdachte] met tas en vrouw met dekbedovertrek lopen uit beeld. 16.18 uur: [verdachte] komt via de roltrap op de begane grond en loopt met witte tas richting de uitgang. 16.20 uur: [verdachte] verlaat via uitgang de [winkel] met medeneming van witte tas. 16.24.40 uur: Vrouw komt in beeld op de afdeling damesmode en gaat een paskamer binnen met een aantal kledingstukken en het dekbedovertrek. 16.24.59 uur: Vrouw komt uit paskamer met lege handen. 16.26.02 uur: Vrouw komt terug in beeld met een wit/lichtkleurig voorwerp onder haar arm en gaat wederom de paskamer in. 16.29.50 uur: Vrouw verlaat paskamer met in haar hand diverse kledingstukken en draag haar tas over de schouder mee. 16.31 uur: Vrouw verlaat de [winkel] , uitgang [straatnaam] . Terwijl vrouw rechtsaf loopt de [straatnaam] in voegt zich tegenover de ingang een man bij haar en samen lopen ze richting de [straatnaam] .
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal relaas van Politie Noord-Nederland d.d. 2 november 2016 opgenomen op pagina 3 e.v. van het hiervoor genoemde dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant [verbalisant1] :
(p. 11) Door [slachtoffer] was gezien dat een vrouw, de tot op heden onbekend gebleven medeverdachte van diefstal, iets dumpte in een stelling met sokken. [slachtoffer] zag dat dit een kartonnen tas betrof, met daarin verpakkingsmateriaal van vermoedelijk gestolen goederen. Deze tas werd veiliggesteld door personeel van de [winkel] . De tas met inhoud is inbeslaggenomen ten behoeve van het onderzoek. De volgende goederen werden inbeslaggenomen:
-een kartonnen giftbag van de [winkel]
-een lege verpakking van een katoenen dekbedovertrek van de [winkel]
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 23 september 2016, opgenomen op pagina 35 e.v. van het hiervoor genoemde dossier, inhoudende als verklaring van [getuige1] :
Ik stond binnen in de werkplaats van de zaak, toen ik een doffe knal hoorde, het klonk als glas wat tegen de gevel van [winkel] werd gegooid. Toen ik buiten kwam zag ik twee mannen die ruzie hadden. Ik zag dat de man met het zwarte haar een andere man duwde en dat hij naar deze man schreeuwde. Ik kon dit niet verstaan omdat ik te ver weg stond. Ik had het idee dat de ene man een beveiliger was. Ik zag dat deze man een blauw pak met colbert droeg. Ik zag dat de andere man een jongere man was en ik zag dat hij donker haar had. Ik zag dat de man met het zwarte haar de man met het blauwe pak duwde en wilde tegen houden. Ik zag dat de man met het blauwe pak hier niet op reageerde, maar alleen achter de man met het zwarte haar bleef aan lopen.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 23 september 2016, opgenomen op pagina 38 e.v. van het hiervoor genoemde dossier, inhoudende als verklaring van [getuige2] :
Vanaf de [straatnaam] zag ik een man en een vrouw lopen die werden achtervolgd door een beveiligingsbeambte. Deze man schreeuwde hard in de Nederlandse taal naar de beveiligingsbeambte. Hij riep onder andere: ”Pak mij maar, ze zal het nooit meer doen” of woorden van gelijke strekking. Ook riep hij veel beledigende woorden die ik mij niet meer precies herinner. De man maakt ook dreigende gebaren, probeerde de beveiligingsbeambte te slaan en duwde tegen de beveiligingsbeambte aan.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 23 september 2016, opgenomen op pagina 44 e.v. van het hiervoor genoemde dossier, inhoudende als verklaring van verbalisanten:
Wij, verbalisanten [verbalisant2] en [verbalisant3] zijn samen met aangever [slachtoffer] door het [straatnaam] , [straatnaam] , de [straatnaam] en de [straatnaam] gelopen. Wij, verbalisanten zagen glassplinters in de muur van de winkel [winkel] zitten en dat er een stukje tegel was afgebroken. Wij verbalisanten zagen een stukje glas in de vensterbank van de winkel [winkel] zitten. Wij, verbalisanten vonden ter hoogte van perceel nummer 2 op de [straatnaam] te 16:50 glasresten op de stoep voor de woning. Wij, verbalisanten zagen dat er op de glasresten vermoedelijk bloedresten zitten. Na overleg met Forensische Opsporing heb ik verbalisant [verbalisant2] de glasresten veilig gesteld.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek van Politie Noord-Nederland d.d. 11 oktober 2016, opgenomen op pagina 45 e.v. van het hiervoor genoemde dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Op dinsdag 11 oktober 2016 te 12:00 uur werd door mij verbalisant als forensisch onderzoeker op verzoek van de politie Eenheid Noord-Nederland twee glasscherven op bloed bemonsterd in verband een winkeldiefstal, gepleegd op donderdag 22 september 2016 te 16:37 uur. De glasscherven met bloed werden door mij op de voorgeschreven manier bemonsterd. De wattenstaafjes met bloed werden door mij voorzien van het SIN AAJP4834NL en AAJP0842NL.
9. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2016.10.14.130, d.d. 26 oktober 2016, opgemaakt door S. Tuinman, op de door haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, opgenomen op pagina 48 e.v. van het hiervoor genoemde dossier, voor zover inhoudende als haar verklaring:
SIN en omschrijving: AAJP4834NL#01 bloed
Beschrijving DNA-profiel: DNA-profiel van een man
Celmateriaal kan afkomstig zijn van: [verdachte]
Matchkans: kleiner dan één op één miljard
De rechtbank overweegt omtrent de hiervoor weergegeven standpunten als volgt.
Op de ter zitting besproken camerabeelden is te zien dat verdachte met zijn vrouwelijke medeverdachte de [winkel] binnentreedt en daar samen met haar onder andere een dekbedovertrek en een dekbed bekijkt. Verdachte zakt op een gegeven moment door de knieën, haalt een dekbed uit de verpakking en stopt het na enige tijd terug in de verpakking. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij op dat moment 'het alarm eraf haalt'. De medeverdachte is op dat moment in zijn nabijheid en gaat vervolgens ook vrij snel daarna samen met verdachte via de roltrap naar beneden. Beneden scheiden hun wegen, waarbij verdachte zonder te betalen het dekbed mee naar buiten neemt en buiten wacht tot ook de medeverdachte de [winkel] verlaat. De medeverdachte werpt, terwijl zij zich naar de uitgang begeeft, een kartonnen tas in een stelling. In deze tas zijn diverse artikelen aangetroffen, waaronder een lege verpakking van een dekbedovertrek, soortgelijk aan het dekbedovertrek dat verdachte en de vrouw op de afdeling beddengoed hebben bekeken en door de vrouw, blijkens de camerabeelden, mee naar de begane vloer van de [winkel] is genomen. Uit zowel de verklaring van [slachtoffer] als die van verdachte zelf, volgt dat verdachte en zijn medeverdachte vervolgens samen richting de [straatnaam] lopen en op een gegeven moment wegrennen. Gelet op hun gedragingen in de [winkel] , zoals hiervoor omschreven, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat verdachte en zijn medeverdachte samen het plan hadden artikelen te stelen en daartoe ook beiden handelingen hebben verricht in de [winkel] . De rechtbank is op grond hiervan van oordeel dat bij de diefstal sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte. Dat het dekbed, waarvan vast staat dat dit is weggenomen, feitelijk door verdachte buiten de winkel is gebracht, maakt dit niet anders.
Wanneer de beveiliger na een achtervolging verdachte en zijn medeverdachte heeft bereikt, probeert verdachte te belemmeren dat zij worden aangehouden. Dit blijkt onder andere uit de verklaring van verdachte zelf. Getuige [slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte dit onder meer heeft gedaan door een fles tegen de muur kapot te slaan en te dreigen en duwen, terwijl hij een stuk glas vasthield. De rechtbank stelt vast dat deze verklaring wat betreft het kapot slaan van de fles wordt ondersteund door de verklaring van getuige [getuige1] , inhoudende dat hij een doffe knal hoorde, welke geluid klonk als glas dat tegen de gevel van [winkel] werd gegooid, en wat betreft het bedreigen wordt ondersteund door de verklaring van getuige [getuige2] , inhoudende dat zij zag dat de man dreigende gebaren maakte, de beveiliger duwde en hem probeerde te slaan. De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat hij in de [straatnaam] voor de [winkel] een parfumflesje heeft laten vallen en de scherven daarvan gelijk weer uit frustratie heeft weggegooid toen bleek dat het kapot was, niet geloofwaardig. Deze verklaring staat niet alleen haaks op die van [slachtoffer] , maar is ook niet te rijmen met het feit dat in de [straatnaam] , waar verdachte uiteindelijk door de politie is aangehouden, glas is gevonden met bloed dat overeenkomt met dat van verdachte. Dat getuigen het stuk glas dat verdachte in zijn hand hield niet hebben gezien, is gelet op de grootte van dit stuk glas niet verwonderlijk. De rechtbank is daarom van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte de beveiliger heeft belemmerd hen aan te houden door te duwen en dreigen, terwijl hij een stuk glas in zijn hand hield en daarmee zwaaiende bewegingen maakte.