Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[naam 3], partner van de vrouw.
1.PROCESVERLOOP
[minderjarige 1]op 20 juni 2011 door de heer [naam 2] , nietig te verklaren;
[minderjarige 1]in goede justitie een nader te bepalen contact- en omgangsregeling vast te stellen;
primairverzocht om de man in zijn verzoek tot het vaststellen van een contact- en omgangsregeling niet-ontvankelijk te verklaren en
subsidiairom dat verzoek af te wijzen, dan wel een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming te gelasten.
2.RECHTSOVERWEGINGEN
[minderjarige 1](hierna mede te noemen [minderjarige 1] );
[naam 5]zal zijn geheten;
- de vrouw heeft alleen het gezag over [minderjarige 1] ;
- [minderjarige 1] verblijft bij de vrouw;
- zowel partijen als [minderjarige 1] hebben de Turkse nationaliteit.
Primairis de man daarom niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot vaststelling van een contact- en omgangsregeling met [minderjarige 1] .
, of door een verklaring in een authentieke akte of in zijn testament.
- is een omgangsregeling tussen de man en [minderjarige 1] op dit moment in het belang van [minderjarige 1] te achten, dan wel zijn er zwaarwichtige redenen om de man het recht op omgang met [minderjarige 1] te ontzeggen?
- zo ja, welke redenen zijn dit?
- wanneer er geen belemmeringen voor omgang zijn, welke omgangsregeling, begeleid dan wel onbegeleid, is dan in het belang van [minderjarige 1] ?
- welke wijze van informatie verstrekking doet het meest recht aan de belangen van de man en [minderjarige 1] .
uiterlijk4 juli 2017van rapport en advies te dienen;
uiterlijkop de rolzitting van 25 juli 2017 -te reageren op voornoemde rapportage;
Arnhem-Leeuwarden