2.3Ingevolge artikel 4:29, eerste lid, Awb, kan, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, voorafgaand aan een subsidievaststelling een beschikking omtrent subsidieverlening worden gegeven, indien een aanvraag daartoe is ingediend voor de afloop van de activiteit of het tijdvak waarvoor de subsidie wordt gevraagd.
Ingevolge artikel 4:46, eerste lid, Awb stelt het bestuursorgaan, indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, de subsidie overeenkomstig vast.
Ingevolge artikel 4:46 tweede lid, Awb kan de subsidie lager worden vastgesteld indien
de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;
de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;
de subsidie-ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid, of
e subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist of behoorde te weten.
Ingevolge artikel 93, eerste lid, Provinciewet, voor zover van belang, ontvangen de leden van provinciale staten een bij verordening van provinciale staten vast te stellen vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten.
Ingevolge artikel 96, eerste lid, Provinciewet, voor zover van belang, ontvangen de leden van provinciale staten, buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend, geen andere vergoedingen en tegemoetkomingen ten laste van de provincie.
Ingevolge artikel 96, tweede lid, Provinciewet, genieten zij voordelen ten laste van de provincie, anders dan in de vorm van vergoedingen en tegemoetkomingen, slechts voor zover dat is bepaald bij of krachtens de wet dan wel bij verordening van provinciale staten. De verordening behoeft de goedkeuring van Onze Minister.
Ingevolge artikel 33, eerste lid, van de Provinciewet hebben provinciale staten en elk van hun leden recht op ambtelijke bijstand.
Ingevolge 33, tweede lid, van de Provinciewet hebben de in provinciale staten vertegenwoordigde groeperingen recht op ondersteuning.
Ingevolge artikel 33, derde lid, Provinciewet stellen provinciale staten met betrekking tot de ambtelijke bijstand en de ondersteuning van de in provinciale staten vertegenwoordigde groeperingen een verordening vast. De verordening bevat ten aanzien van de ondersteuning regels over de besteding en de verantwoording.
Ingevolge artikel 1, eerste lid, van de Verordening ontvangen de fracties in provinciale staten ten laste van de provinciale kas een bijdrage als tegemoetkoming in de kosten die nodig zijn om de fractie goed te laten functioneren.
Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Verordening mag de fractiebijdrage en de bijdrage fractieondersteuning niet worden gebruikt ter bekostiging van:
a. uitgaven in strijd met wettelijke bepalingen;
….
d. uitgaven welke dienen te worden bestreden uit vergoedingen die de leden ingevolge de Provinciewet en daarop gebaseerde provinciale verordeningen anderszins reeds ontvangen;
e. betalingen aan bedrijven waarover statenleden middellijk of onmiddellijk zeggenschap hebben en betalingen aan partners en familieleden tot en met de derde graad van bloed- en aanverwantschap;
Ingevolge artikel 3, tweede lid, van de Verordening wordt aan een fractie die bij de voorbereiding en de uitvoering van haar werkzaamheden gebruik maakt van fractiemedewerkers en/of secretariële ondersteuners, uit de provinciale kas bovendien een jaarlijkse bijdrage verleend naar rato van de omvang van de fractie.
Ingevolge artikel 3, zevende lid, van de Verordening kunnen fractiemedewerkers en secretarieel ondersteuners niet tevens statenlid of niet-statenlid, die benoemd is tot lid van een statencommissie, zijn.
Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Verordening, worden de in artikel 3 omschreven bijdragen elk jaar in een tweetal halfjaarlijkse termijnen, respectievelijk in de maanden januari en juli uitgekeerd aan de penningmeester van de fractie.