Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[veroordeelde],
Procesverloop
Bewijsmiddelen
Beoordeling
€ 83.470,- aan wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten.
Rechtbank Noord-Nederland
Op 23 maart 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 18/850048-15, waarin de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel aan de orde was. De officier van justitie had op 31 oktober 2017 een vordering ingediend om het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel vast te stellen op € 90.363,73. Tijdens de zitting op 9 maart 2018 is deze vordering gewijzigd naar € 83.713,54. De veroordeelde, bijgestaan door haar advocaat mr. G.R. Stoeten, heeft ter zitting verklaard dat het wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden vastgesteld op € 83.470,-. De rechtbank heeft de vordering beoordeeld op basis van een rapport van de politie, waarin het wederrechtelijk verkregen voordeel per delict is berekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde voordeel heeft verkregen door middel van verduistering van bedragen van verschillende slachtoffers. De rechtbank heeft het bedrag aan wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 83.470,- en de veroordeelde verplicht tot betaling van dit bedrag aan de Staat. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie voor het overige afgewezen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.