Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 ten laste gelegde gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van het ten laste gelegde onder 1, 2 en 3 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 4 ten laste gelegde, nu geen sprake is van het seksueel corrumperen als bedoeld in artikel 248d van het Wetboek van Strafrecht. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de uitlating van verdachte tegenover aangeefster [slachtoffer 3], te weten ‘ik had dat meisje van je foto wel iets willen tonen, ik vind dat meisje echt leuk en lekker’, onvoldoende concreet is om te kunnen spreken van een ontuchtig oogmerk. Ook ten aanzien van de uitlatingen tegenover aangeefster [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft de raadsman aangevoerd dat het ontuchtig oogmerk ontbreekt. Verdachte heeft met zijn uitlatingen de bedoeling gehad om na te gaan welke leeftijd de personen hadden met wie hij chatte en of het om een man of een vrouw ging en niet om minderjarige meisjes getuige te laten zijn van zijn seksuele handelingen. Derhalve ontbreekt bij het onder 4 ten laste gelegde de seksuele intentie en dient verdachte te worden vrijgesproken.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank volstaat ten aanzien van het hierna onder 1 primair, 2 primair en 3 primair bewezen verklaarde met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu verdachte het hierna bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
Deze opgave luidt als volgt:
T.a.v. het onder 1 primair ten laste gelegde:
1. de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 26 maart 2018;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.
20 juni 2017, opgenomen op pagina 36 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 22 juni 2017 met nummer 2017087288/2016344744, inhoudende de verklaring van [verdachte];
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor Burg. Verantwoordelijke van [slachtoffer 1] d.d. 9 december 2015, opgenomen op pagina 99 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [getuige 1];
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor slachtoffer d.d.
22 december 2015, opgenomen op pagina 84 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1].
T.a.v. het onder 2 primair ten laste gelegde:
1. de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 26 maart 2018;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.
20 juni 2017, opgenomen op pagina 36 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [verdachte];
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor Burg. Verantwoordelijke van [slachtoffer 2] d.d. 15 december 2015, opgenomen op pagina 133 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [getuige 2];
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal verhoor slachtoffer d.d.
22 december 2015, opgenomen op pagina 91 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2].
T.a.v. het onder 3 primair ten laste gelegde:
1. de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 26 maart 2018;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 20 juni 2017, opgenomen op pagina 24 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [verdachte];
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 3 maart 2017, inclusief bijlage, opgenomen op pagina 9 e.v. van het dossier met nummer 2017087288 d.d. 22 juni 2017, inhoudende de verklaring van [getuige 3] namens [slachtoffer 3].
T.a.v. het onder 4 ten laste gelegde:
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 26 maart 2018 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Het klopt dat ik de teksten, zoals die staan opgenomen in de tenlastelegging, heb geuit in de richting van de aangeefsters. Achteraf ben ik me ervan bewust dat ik chatte met minderjarige meisjes. Toen ik de foto’s bekeek van de meisjes, bleken zij minderjarig te zijn. Er zitten meisjes bij die iets seksueels bij mij teweeg brengen. Ik gebruikte als chatnaam ‘aardige man 1’ en ‘wie wil er cammen’.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.
20 juni 2017, opgenomen op pagina 36 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland d.d. 22 juni 2017 met nummer 2017087288/2016344744, inhoudende als verklaring van [verdachte]:
V: Wat was jouw bedoeling met de chatgesprekken die je voerde met [slachtoffer 2]?
A: Ik weet dat ze minderjarig zijn. Het wind me wel op als ik hun foto’s zie. Ik krijg dan seksuele gevoelens.
V: Wat was jouw bedoeling met de chatgesprekken die je voerde met [slachtoffer 1]?
A: Ik wist niet hoe oud ze exact was. Ik dacht misschien is dit een meisje die het wel wil, seksuele activiteiten.
V: Hoe probeer je dat te achterhalen?
A: Ik probeer in eerste instantie erachter te komen of ze daadwerkelijk meiden zijn en
als het zo is, dan probeer ik erachter te komen of ze in zijn voor seksuele handelingen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 20 juni 2017, opgenomen op pagina 24 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verdachte]:
V: Wat vind je ervan dat je bent aangehouden?
A: Ik weet dat ik fout ben.
V: Voor wat zit je fout?
A: Contact zoeken met minderjarigen.
V: Contact zoeken is niet strafbaar, wat bedoel jij dan, waar hebben we het dan over?
A: Proberen seks te hebben voor de cam. Ik zocht contact via mijn telefoon met meisjes. Ik zoek naar een jonge meid.
V: Doe je dat ook, contact zoeken met meiden jonger dan 18.
A: Die zitten ertussen.
V: Met welk doel doe je dit?
A: Mezelf aftrekken.
Opmerking verbalisanten:
Aan de verdachte werd een foto getoond van [slachtoffer 3] die afkomstig is van de chat tussen [slachtoffer 3] en [verdachte].
V: Wanneer heb je met haar gechat?
A: Via facebook. Wanneer durf ik niet meer te zeggen.
V: Waar gingen de gesprekken over?
A: Over seks.
V: Hoe oud was dit meisje?
A: Zij is minderjarig, dat zie je meteen.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 3 maart 2017, inclusief bijlage, opgenomen op pagina 9 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 3] namens [slachtoffer 3]:
Ik ben namens de benadeelde gerechtigd tot het doen van aangifte. Ik doe namens mijn dochter aangifte van bedreiging door een voor mij onbekende man tussen 20 februari 2017 en 22 februari 2017. Mijn dochter [slachtoffer 3] van toentertijd 13 jaar oud heeft een Facebookpagina. Ik hoorde dat er allemaal berichtjes binnen kwamen van een man genaamd [verdachte]. Dit waren de volgende berichtjes: […] Ik had dat meisje van je foto wel wat willen tonen, Ik vind dat meisje echt leuk en lekker.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal verhoor verhoor Burg. Verantwoordelijke van [slachtoffer 1] d.d. 9 december 2015, opgenomen op pagina 99 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 1]:
Een drietal weken geleden heeft mijn dochter [slachtoffer 1] mij gezegd dat er iemand vreemde berichten naar haar stuurde op de videochat ‘OOVOO’. De voor haar onbekende probeerde met haar te cammen en dingen van haar gedaan te krijgen. Tevens wilde hij haar bepaalde beelden tonen. Wij hebben het account met de onbekende: ‘Wie wil er cammen’ met ID: ‘aardige-man1’ geblokkeerd.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor slachtoffer d.d.
22 december 2015, opgenomen op pagina 84 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1]:
[slachtoffer 1] zegt dat hij haar eerst belde, maar zij heeft afgelegd want zij kende hem niet. En toen begon hij te sturen. Zij was daar niet op ingegaan. Toen belde hij nog eens. Hij bleef sturen. [slachtoffer 1] denkt dat het twee weken geleden gebeurd is. Hij zei ben je geil enzo. Zij had dan twee dagen niets meer gehoord en toen dacht ze dat het gedaan was maar dan stuurde hij is
het gelukt. [slachtoffer 1] vroeg dan wat is gelukt en hij stuurde aftrekken. Zijn naam was ‘wie wil er cammen?’
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal verhoor slachtoffer d.d.
22 december 2015, opgenomen op pagina 91 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2]:
[slachtoffer 2] praat over wat op internet gebeurde. Hij stuurde dingen die je niet hoort te sturen.
Dan stuurde hij ‘dat meisje op jouw profielfoto is geil of zoiets en dat die wou aftrekken’.
De verhoorder vraagt ‘wie is hij’?
[slachtoffer 2] zegt dat er een ander-naam bij stond ‘aardige man l’.
De verhoorder vraagt welke site.
[slachtoffer 2] zegt OOVOO. [slachtoffer 2] zegt dat het zo’n twee weken geleden is begonnen. [slachtoffer 2] zegt dat hij twee namen had ‘aardige man l’ en ‘wie wil er cammen’.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Blijkens de wetgeschiedenis van artikel 248d Sr is sprake van een ontuchtig oogmerk als de verdachte voor zijn eigen seksueel gerief een jeugdige aanwezig laat zijn bij seksuele handelingen. Uit de door verdachte ten overstaan van de politie afgelegde verklaringen – in samenhang met de overige voor het bewijs te gebruiken verklaringen – volgt dat verdachte meermalen via chatsites tegen minderjarige meisjes heeft gezegd seksuele handelingen in hun zicht te willen verrichten. Verdachte heeft de meisjes vervolgens gevraagd hun webcam aan te doen. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte de bedoeling heeft gehad seksuele handelingen te verrichten voor de webcam, opdat de minderjarige meisjes hiervan getuige zouden zijn, voor zijn eigen seksueel gerief.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd, inhoudende dat hij alleen wilde nagaan of hij niet te maken had met een man of een minderjarige, ongeloofwaardig. Deze verklaring strookt niet met de door verdachte bij de politie afgelegde verklaringen dat hij op zoek was naar contact met minderjarige meisjes om ze getuige te laten zijn van seksuele handelingen via de webcam. Bovendien blijkt uit de bewijsmiddelen dat verdachte onder meer tegen de minderjarige meisjes met wie hij chatte heeft gezegd iets aan hen te willen tonen, een stijve pik te hebben, voor hen te willen rukken en op hen te geilen. Uit deze bewoordingen blijkt volgens de rechtbank voldoende dat sprake is geweest van een seksuele intentie bij verdachte.
Verdachte heeft daarnaast verklaard dat hij zich pas achteraf realiseerde dat hij chatte met minderjarige meisjes. De rechtbank schuift ook deze verklaring van verdachte opzij. Verdachte moet zich ervan hebben vergewist dat hij chatte met minderjarige meisjes, blijkens zijn eigen verklaring was hij op zoek naar contact met minderjarige meisjes. Niet alleen heeft verdachte verklaard dat er soms minderjarige meisjes zitten tussen de mensen met wie hij chat, ook heeft hij bij de politie verklaard, toen de politie hem de profielfoto van aangeefster [slachtoffer 3] toonde, dat je direct kon zien dat zij minderjarig was.
De rechtbank overweegt tot slot dat het feit dat het is gebleven bij een poging om de minderjarige meisjes getuige te laten zijn van seksuele handelingen puur is gelegen in het feit dat de minderjarige meisjes geen videogesprek met verdachte zijn aangegaan.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting dat verdachte gepoogd heeft minderjarige meisjes ertoe te bewegen getuige te zijn van seksuele handelingen. Gelet op de gebruikte bewoordingen en de door verdachte bij de politie afgelegde verklaringen kan het daarnaast niet anders dan dat verdachte een seksuele intentie, en daarmee een ontuchtig oogmerk, heeft gehad. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer van de verdediging en verklaart bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het seksueel corrumperen van minderjarige meisjes die de leeftijd van 16 jaar nog niet hadden bereikt.