In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HANDELSONDERNEMING PEHA SNEEK B.V. (hierna: PEHA) een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [A], die als hoofd inkoop werkzaam was. Het verzoek is ingediend op 9 maart 2018, waarna [A] op 23 maart 2018 een verweerschrift en tegenverzoeken heeft ingediend. De kantonrechter heeft op 2 mei 2018 uitspraak gedaan in deze zaak. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstig verstoorde arbeidsverhouding tussen PEHA en [A], die is ontstaan door een gebrek aan communicatie en de wijze waarop kritiek op het functioneren van [A] is geuit door [B], de leidinggevende van [A]. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de g-grond gerechtvaardigd is, omdat van PEHA niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Tevens is aan [A] een transitievergoeding van € 30.584,43 en een billijke vergoeding van € 11.100,-- toegekend, omdat het handelen van PEHA als ernstig verwijtbaar is aangemerkt. De kantonrechter heeft de proceskosten voor rekening van PEHA gesteld.