ECLI:NL:RBNNE:2018:1812

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 mei 2018
Publicatiedatum
14 mei 2018
Zaaknummer
18/850010-15
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing ontnemingsvordering terzake van hennepteelt in woning en soortgelijke strafbare feiten

Op 14 mei 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 18/850010-15, waarin de rechtbank een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel heeft behandeld. De vordering was ingediend door de officier van justitie op 23 februari 2018, waarbij een bedrag van € 1.662.637,00 werd gevorderd. Tijdens de zittingen op 19 maart en 17 april 2018 heeft de officier zijn vordering gematigd tot € 473.738,67. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde, die eerder was veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, voordeel heeft verkregen uit de teelt van hennep in zijn woning. De rechtbank baseerde haar oordeel op handgeschreven notities die onder de veroordeelde waren aangetroffen, waarin inkomsten uit de hennepkwekerij werden genoteerd. De rechtbank concludeerde dat de veroordeelde niet alleen voordeel had genoten uit één oogst, maar ook uit andere hennepkwekerijen, waarbij hij samen met anderen opereerde. De totale opbrengst uit de hennepteelt werd geschat op € 1.318.747,00, met kosten van € 114.342,00, wat resulteerde in een totaal wederrechtelijk verkregen voordeel van € 1.204.405,00. Na schatting van het aandeel van de veroordeelde, werd het totale voordeel vastgesteld op € 411.866,00. De rechtbank legde de veroordeelde de verplichting op tot betaling van dit bedrag aan de staat.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/850010-15
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 14 mei 2018 op een vordering van de officier van justitie tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
in de zaak tegen

[verdachte] ,

veroordeelde,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] [woonplaats] .

Procesverloop

De officier van justitie heeft d.d. 23 februari 2018 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank het bedrag vast zal stellen waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e, vijfde lid van het Wetboek van Strafrecht, wordt geschat en dat de rechtbank aan voornoemde veroordeelde de verplichting zal opleggen tot betaling aan de staat van een bedrag van € 1.662.637,00 ter ontneming van het uit de zaak met parketnummer
18/850010-15 voortvloeiende wederrechtelijk verkregen voordeel. De behandelingen ter terechtzitting hebben plaatsgevonden op 19 maart 2018 en 17 april 2018. De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 17 april 2018 zijn vordering gematigd tot een bedrag van
€ 473.738,67.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat op grond van de onder de veroordeelde inbeslaggenomen notities aannemelijk is dat de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel uit de teelt van hennep heeft verkregen. Dat dit fictieve berekeningen zijn, is zijns inziens volstrekt ongeloofwaardig.
Ten aanzien van de inkomsten met betrekking tot de kwekerij in zijn woning baseert hij zich bij de berekening ten aanzien van de opbrengst, de verdeling daarvan en de kosten op de notitie die hier blijkens de verklaring van de veroordeelde betrekking op heeft. Anders dan in het door de politie opgemaakte Rapport wederrechtelijk verkregen voordeel als uitgangspunt is genomen, is het hoge stroomverbruik in de woning in 2005/2006 onvoldoende om op grond daarvan aan te nemen dat de veroordeelde in die jaren meermalen hennep heeft geoogst. De officier van justitie gaat derhalve uit van één oogst in de woning van de veroordeelde.
Met betrekking tot de berekening van het overige voordeel uit andere hennepkwekerijen, dat is gebaseerd op de overige onder de veroordeelde inbeslaggenomen notities, sluit de officier van justitie zich grotendeels aan bij de berekening die in het Rapport wederrechtelijk verkregen voordeel is opgenomen. In afwijking daarvan dienen de posten waarin het aan de veroordeelde toekomende aandeel niet bekend is, niet geheel aan de veroordeelde te worden toegerekend, nu er in de visie van de officier van justitie voldoende aanwijzingen zijn dat de veroordeelde samen met anderen opereerde. Hij stelt voor bij de posten waarin nog geen verdeling over meerdere personen heeft plaatsgevonden, aan te sluiten bij het gemiddeld aandeel dat berekend is over de posten waarbij het aandeel van de veroordeelde wel genoteerd is, te weten een percentage van 34,6%.
Bij gebreke van een uitleg van de veroordeelde over de berekeningen, gaat de officier van justitie ervan uit dat de kosten reeds in de betreffende berekeningen zijn verwerkt.
Standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat het voordeel dat de veroordeelde heeft verkregen door één oogst van de hennepkwekerij in zijn woning kan worden ontnomen en dat daarbij aangesloten moet worden bij hetgeen hierover in de handgeschreven notitie staat vermeld. Het hogere stroomverbruik in de woning van de veroordeelde kan verklaard worden doordat de veroordeelde destijds in het bezit was van een jacuzzi, een zonnebank en een sauna. Voor het overige dient de vordering tot ontneming te worden afgewezen, aangezien de overige onder de veroordeelde inbeslaggenomen aantekeningen slechts fictief van aard zijn en geen betrekking hebben op daadwerkelijk in verband met hennep genoten inkomsten. Er zijn geen aanwijzingen dat er meer oogsten zijn geweest of dat de veroordeelde betrokken is geweest bij de ontmantelde kwekerij die in zijn bedrijfspand is aangetroffen.

Beoordeling

De rechtbank heeft de veroordeelde bij vonnis van 1 mei 2018 in de zaak met parketnummer 18/850010-15 onder meer veroordeeld ter zake medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid.
Op grond van de inhoud van wettige bewijsmiddelen is komen vast te staan dat de veroordeelde voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van dit door hem gepleegde strafbare feit en soortgelijke strafbare feiten waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door hem zijn begaan, te weten andere inkomsten uit oogsten van een hennepkwekerij. De rechtbank baseert zich hierbij op het navolgende.
De veroordeelde heeft verklaard dat hij in zijn woning aan de [adres] te [woonplaats] een hennepkwekerij heeft gehad en dat hij daar eenmaal heeft geoogst. Ook heeft hij verklaard dat in die kwekerij 430 planten stonden en dat er een bedrag van
€ 33.516,00 mee is verdiend. [1] Voorts heeft hij verklaard dat de in zijn auto aangetroffen notitie, waarop een geldbedrag van € 33.516,00 door drie personen wordt gedeeld, betrekking heeft op de kwekerij in zijn woning en dat de daarop genoteerde " [voorletter] " voor [voornaam] staat en dat hij [voornaam] wordt genoemd. [2] Op de betreffende handgeschreven notitie staat onder meer het volgende geschreven [3] :
€ 33.516,00 : 3 = € 11.170,00
Onkosten:
Knippers: € 1.350,00
Stekken: € 970,-- (430 x 2.25)
F: € 11.170,00, E: € 11.170,00, R: € 11.170,00
Voorts bevinden zich in het proces-verbaal van politie diverse handgeschreven notities, met daarop bedragen en berekeningen en notities over knippen, voeding en stekken [4] :
berekening op grond van de factuur d.d. 1 mei 2003 (opgenomen op p. 756 van het dossier en op basis van de berekening die is opgenomen op p. 80 van het Aanvullend financieel proces-verbaal): 7,465 kilo hennep ad € 2.800 per kilo = € 20.901,18;
berekening in blauw schrijfblok d.d. 13 januari 2006 (opgenomen op pagina 769 van het dossier): 20 kilo hennep ad € 2.800 per kilo = € 56.000. Aandeel voor [voornaam] bedraagt € 22.560;
berekening in blauw schrijfblok d.d. 13 januari 2006 (opgenomen op pagina 769 van het dossier): 15 kilo hennep ad € 2.800 per kilo = € 42.000. Aandeel voor [voornaam] bedraagt € 17.895;
berekening in blauw schrijfblok d.d. 13 januari 2006 (opgenomen op pagina 769 van het dossier): 25 kilo hennep ad € 2.950 per kilo = € 73.750. Aandeel voor [voornaam] bedraagt € 18.228;
berekening in blauw schrijfblok d.d. 27 januari 2006 (opgenomen op pagina 770 van het dossier): 77 kilo hennep ad € 2.750 per kilo = € 211.750;
berekening in blauw schrijfblok d.d. 31 maart 2006 (opgenomen op pagina 771 van het dossier): 75 kilo hennep ad € 2.800 per kilo = € 210.000;
berekening op A4 in plastic insteekhoes d.d. 15 augustus 2006 (niet aangetroffen in het dossier): 18,81 kilo hennep ad € 2.950 per kilo= € 55.489,50;
berekening op A4 in plastic insteekhoes d.d. 31 oktober 2006 (niet aangetroffen in het dossier): 17,85 kilo hennep ad € 3.300 per kilo = € 58.905;
berekening in blauw schrijfblok d.d. 1 januari 2007 (opgenomen op pagina 772 van het dossier): 80 kilo hennep ad € 2.850 per kilo = € 224500;
berekening in blauw schrijfblok d.d. 1 januari 2007 (opgenomen op pagina 772 van het dossier): 66 kilo hennep ad € 2.850 per kilo = € 188.100;
berekening in blauw schrijfblok d.d. 1 januari 2007 (opgenomen op pagina 772 van het dossier): 13 kilo hennep ad € 2.800 per kilo = € 36.400;
berekening op geeltje in A5 schrijfblok d.d. 1 juli 2014 (opgenomen op pagina 739 van het dossier): 5,918 kilo hennep ad € 3.800 per kilo = € 22.488. Aandeel voor [voornaam] bedraagt € 7.495;
berekening op geeltje in A5 schrijfblok d.d. 1 september 2014 (niet aangetroffen in het dossier): 2,74 kilo hennep ad € 2.750 per kilo = € 10.410;
berekening op geeltje in A5 schrijfblok d.d. 16 september 2014 (opgenomen op pagina 748 van het dossier): 9,435 kilo hennep ad € 3.800 per kilo = € 35.853. Aandeel voor [voornaam] bedraagt € 11.950;
berekening op enveloppe " [verzekeringsbedrijf] " d.d. 17 december 2014 (opgenomen op pagina 738 van het dossier): 15 kilo hennep ad € 3.800 per kilo = € 57.000. Aandeel voor [voornaam] bedraagt € 19.000;
berekening op enveloppe " [verzekeringsbedrijf] " d.d. 17 december 2014 (opgenomen op pagina 738 van het dossier): 4 kilo hennep ad € 3.800 per kilo = € 15.200. Aandeel voor [voornaam] bedraagt € 7.600.
Daarnaast bevindt zich in het dossier een groot aantal aankoopbewijzen met betrekking tot de aanschaf van hennepgerelateerde goederen in de periode van 2003 tot en met 2014. [5]
Er zijn aankoopbewijzen aangetroffen van diverse leveranciers:
• geschreven factuur ad € 3.108,40 d.d. 1 mei 2003 m.b.t. onder andere 2 koolstoffilters, 5 Deense bodems, 15 600 Watt comp Osram, een buisventilator, canna vega, canna flores en waterfilters;
• geschreven factuur ad € 510,80 d.d. 1 mei 2003 m.b.t. onder andere ph meters, Neospreen en 20 stekkers;
• geschreven factuur ad € 950,50 d.d. 1 mei 2003 m.b.t. onder andere drie kanaalbodems, VSA som/slak;
• geschreven factuur ad € 188,90 d.d. 1 mei 2003 m.b.t. onder andere PE doorvoer, Rhizo;
• contantbon ad € 800 van de ThuisKweker d.d. 6 mei 2003 m.b.t. een rel.kast met 24 lampen ad 380 Volt/ 32 Ampere;
• memobriefje ad € 70 d.d. 14 juni 2003 m.b.t. Vega A groei en Vega B groei;
• factuur ad € 616,90 van Isolatiehandel R&R Van den Berg te Hallum d.d. 25 januari 2006 m.b.t. 86,4 m2 steenwol 50 mm, factuur is contant voldaan;
• kassabon ad € 15 van Hornbach Groningen d.d. 7 april 2006 m.b.t. 3 soudafoam pistool 750 ml;
• kassabon ad € 437,70 van Hornbach Groningen d.d. 24 april 2006 m.b.t. ruw vuren, tijdschakelklok en vijverfolie;
• factuur ad € 155 van Mobile Unlimmited Groningen d.d. 25 april 2006 m.b.t. 3 soudafoampistool 750 ml;
• kassabon ad € 417,25 van Hornbach Groningen d.d. 4 mei 2006 m.b.t. Rubberflex vijverfolie;
• kassabon ad € 34, 15 van Hornbach Groningen d.d. 9 mei 2006 m.b.t. ruw vuren en siliconenkit;
• factuur ad € 2.271,76 van Profuse Electronics Groningen d.d. 17 mei 2006 m.b.t. onder andere 40 draadsok PVC, Deense bodems, zes koolstoffilters, zes voorschakelunits van 600 Watt;
• factuur ad € 1.527,90 van Profuse Electronics Groningen d.d. 18 mei 2006 m.b.t. onder andere vat verwarming Nathura 300 Watt, ijkvloeistof, Deense bodems, drukventiel, Canna flores;
• factuur Profuse Electronics Groningen ad € 2.170 d.d. 31 mei 2006 m.b.t. onder andere 53 Philips SON-T plus 600 Watt, 150 druppelspin zonder drukventiel, wortelbooster, vier zekeringen 35 ampère;
• factuur profuse Electronics Groningen ad € 72 d.d. 20 juni 2006 m.b.t. twee Philips SON-T plus 600 Watt;
• factuur Profuse Electronics Groningen ad € 525,23 d.d. 10 juli 2006 m.b.t. onder andere cire condesators, pilonstekkers 100 Watt, zes voorschakelunits 600 Watt, zes Philips SON-T plus 600 Watt;
• factuur van De Groene Oogst Tilburg ad.€ 2.195 d.d. 23 oktober 2006 m.b.t. onder andere Canna pk13, 12 Canna coco, Canna ph-bloei, ELT vsa 600 Watt, 600 Watt Philips lampen, Canna Boost;
• Factuur van De Groen Oogst Tilburg ad.€ 3.514,81 d.d. 25 oktober 2006 m.b.t. onder andere 25 Cannaboost, 12 canna Coco;
• Kassabon Action Veendam ad € 16,35 d.d. 16 september 2014 m.b.t. vijf stekkerdozen en verlengsnoer;
• Kassabon Gamma Veendam ad. € 31,85 d.d. 16 september 2014 m.b.t. onder andere tuinslang en kabelbinders;
• Visitekaartje Grasshopper Zuidbroek vof (incl. Hennepblad).
Dat de onder de veroordeelde aangetroffen berekeningen enkel fictief van aard zijn, zoals de veroordeelde heeft gesteld, acht de rechtbank gelet op de inhoud ervan en de manier waarop deze zijn opgesteld, niet geloofwaardig. De rechtbank neemt daarbij, naast de omstandigheid dat de aangetroffen facturen duiden op daadwerkelijke aankoop van hennepgerelateerde goederen, in aanmerking dat het een groot aantal berekeningen betreft, dat de betreffende aantekeningen gedetailleerd zijn, waarbij er diverse (bij)namen van personen staan genoemd en dat er meermalen "betaald" staat genoteerd dan wel krullen door diverse berekeningen staan.
Op grond van bovenstaande notities en facturen en gelet op de omstandigheid dat de veroordeelde hennep in zijn woning heeft geteeld, zijn er naar het oordeel van de rechtbank voldoende aanwijzingen dat de veroordeelde naast het voordeel uit één oogst van de hennepkwekerij uit zijn woning voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van door hem gepleegde soortgelijke strafbare feiten.
De rechtbank zal hieronder eerst de vordering tot ontneming met betrekking tot de hennepkwekerij in de woning van de veroordeelde en vervolgens de vordering aangaande overige inkomsten uit de productie van hennep, zoals deze blijken uit de aangetroffen aantekeningen en waarvan niet bekend is op welke locatie deze betrekking hebben, beoordelen.
De kwekerij in de woning van de veroordeelde
De rechtbank baseert zich, evenals de officier van justitie, bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel op de verklaring van de veroordeelde en de aangetroffen notitie, waaruit volgt dat eenmaal is geoogst, dat de opbrengst € 33.516,00 bedroeg en dat deze opbrengst door drie personen, waaronder de veroordeelde, is gedeeld. Uit de aangetroffen notitie volgt voorts dat de veroordeelde voor aftrek in aanmerking komende kosten voor knippers ter hoogte van € 1.350,00 en kosten voor de aanschaf van stekken ter hoogte van € 970,00 heeft gemaakt.
Naar het oordeel van de rechtbank is de omstandigheid dat sprake was van hoog stroomgebruik in de woning van de veroordeelde, gelet op hetgeen de veroordeelde hierover naar voren heeft gebracht, onvoldoende om daaruit af te leiden dat sprake is geweest van meerdere oogsten.
Dit levert ten aanzien van de kwekerij in de woning de volgende berekening op:

Opbrengst

Opbrengst voor 1 oogst: € 33.516,00

Kosten

Knippers: € 1.350,00
Stekken: € 970,00
_________________________________________________________________________+
Totale kosten € 2.320,00
Totaal wederrechtelijk verkregen voordeel:
€ 33.516,00 - € 2.320,00 = € 31.196,00
Nu aannemelijk is geworden dat de veroordeelde het voordeel uit deze hennepkwekerij met twee anderen heeft gedeeld, zal de rechtbank het door de veroordeelde behaalde voordeel schatten op één derde van bovenstaand bedrag, te weten € 10.398,00 (afgerond).
De overige inkomsten uit de teelt van hennep
De rechtbank baseert zich bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel op bovenstaande onder de veroordeelde aangetroffen notities met daarop berekeningen omtrent de inkomsten uit de teelt van hennep.
Met de officier van justitie en in afwijking van de door de politie gemaakte berekening is de rechtbank van oordeel dat aannemelijk is dat de veroordeelde de opbrengsten met meerdere personen heeft gedeeld. Uit een groot aantal notities, te weten de posten 2, 3, 4, 12, 14, 15 en 16 volgt namelijk dat de veroordeelde de opbrengst en kosten met twee tot drie personen heeft gedeeld en dat gemiddeld ongeveer één derde van de opbrengst aan hem werd toebedeeld. De rechtbank zal derhalve -in het voordeel van de veroordeelde- de totale opbrengst minus de kosten door drie delen.
Aangezien uit de inhoud van de door de veroordeelde gemaakte berekeningen volgt dat kosten zijn gemaakt en het de rechtbank is gebleken dat deze niet in de door de politie in de voordeelsrapportage gehanteerde bedragen zijn verwerkt, is de rechtbank van oordeel dat deze op de opbrengst in mindering moeten worden gebracht.
Voor de in aanmerking te nemen kosten neemt de rechtbank, afhankelijk van de datering van de kosten, de standaardnormen als uitgangspunt, zoals deze in het BOOM-rapport van 2005 respectievelijk de update van 2010 staan opgenomen. Om de hoeveelheid planten, die niet in de notities staat vermeld, te bepalen, deelt de rechtbank steeds de opbrengst hennep in grammen door 28,2 gram, zijnde de gemiddelde opbrengst per plant indien het aantal planten per m2 niet is vastgesteld. Als kosten worden in aanmerking genomen: variabele kosten, stekkosten en knipkosten. Ten aanzien van overige mogelijke (niet aangevoerde) kosten beschikt de rechtbank over onvoldoende gegevens, zodat de rechtbank deze buiten beschouwing laat.
Dit levert de volgende berekening op:

Opbrengsten

Uit de notities [6] blijken de volgende opbrengsten:
1. € 20.901,18
2. € 56.000,00
3. € 42.000,00
4. € 73.750,00
5. € 211.750,00
6. € 210.000,00
7. € 55.489,50
8. € 58.905,00
9 € 224.500,00
10. € 188.100,00
11. € 36.400,00
12. € 22.488,00
13. € 10.410,00
14. € 35.853,00
15. € 57.000,00
16. € 15.200,00
_________________________________________________________________________+
Totale opbrengst (afgerond) €1.318.747,00

Kosten

1. 7.465 : 28,2 = 264 planten
afschrijvingskosten € 200,00
variabele kosten van € 4,40 per plant € 1.161,00
knipkosten van € 2,00 per plant € 528,00
---------------------+
€ 1.889,00
2. 20.000 : 28,2 = 709 planten
afschrijvingskosten € 450,00
variabele kosten van € 4,40 per plant € 3.119,00
knipkosten van € 2,00 per plant € 1.418,00
---------------------+
€ 4.987,00
3. 15.000: 28,2 = 531 planten
afschrijvingskosten € 350,00
variabele kosten van € 4,40 per plant € 2.336,00
knipkosten van € 2,00 per plant € 1.062,00
---------------------+
€ 3.748,00
4. 25.000 : 28,2 = 886 planten
afschrijvingskosten € 500,00
variabele kosten van € 4,40 per plant € 3.898,00
knipkosten van € 2,00 per plant € 1.772,00
---------------------+
€ 6.170,00
5. 77.000 : 28,2 = 2.730 planten
afschrijvingskosten € 1.450,00
variabele kosten van € 4,40 per plant € 12.012,00
knipkosten van € 2,00 per plant € 5.460,00
---------------------+
€ 18.922,00
6. 75.000 : 28,2 = 2.659 planten
afschrijvingskosten € 1.400,00
variabele kosten van € 4,40 per plant € 11.699,00
knipkosten van € 2,00 per plant € 5.318,00
---------------------+
€ 18.417,00
7. 18.810 : 28,2 = 667 planten
afschrijvingskosten € 400,00
variabele kosten van € 4,40 per plant € 2.934,00
knipkosten van € 2,00 per plant € 1.334,00
---------------------+
€ 4.668,00
8. 17.850 : 28,2 = 632 planten
afschrijvingskosten € 400,00
variabele kosten van € 4,40 per plant € 2.780,00
knipkosten van € 2,00 per plant € 1.264,00
---------------------+
€ 4.444,00
9. 80.000 : 28,2 = 2.836 planten
afschrijvingskosten € 1.500,00
variabele kosten van € 4,40 per plant € 12.478,00
knipkosten van € 2,00 per plant € 5.672,00
---------------------+
€ 19.650,00
10. 66.000: 28,2 = 2.340 planten
afschrijvingskosten € 1.400,00
variabele kosten van € 4,40 per plant € 10.296,00
knipkosten van € 2,00 per plant € 4.680,00
---------------------+
€ 16.376,00
11. 13.000 : 28,2 = 460 planten
afschrijvingskosten € 300,00
variabele kosten van € 4,40 per plant € 2.024,00
knipkosten van € 2,00 per plant € 920,00
---------------------+
€ 3.244,00
12. 5.918 : 28,2 = 209 planten
afschrijvingskosten € 200,00
stekken van € 2,85 per plant € 595,00
overige variabele kosten van € 3,33 per plant € 695,00
knipkosten van € 2,00 per plant € 418,00
---------------------+
€ 1.908,00
13. 2.740 : 28,2 = 97 planten
afschrijvingskosten € 150,00
stekken van € 2,85 per plant € 276,00
overige variabele kosten van € 3,33 per plant € 323,00
knipkosten van € 2,00 per plant € 194,00
---------------------+
€ 943,00
14. 9.435 : 28,2 = 334 planten
afschrijvingskosten € 250,00
stekken van € 2,85 per plant € 951,00
overige variabele kosten van € 3,33 per plant € 1.112,00
knipkosten van € 2,00 per plant € 668,00
---------------------+
€ 2.981,00
15. 15.000 : 28,2 = 531 planten
afschrijvingskosten € 350,00
stekken van € 2,85 per plant € 1.513,00
overige variabele kosten van € 3,33 per plant € 1.768,00
knipkosten van € 2,00 per plant € 1.062,00
---------------------+
€ 4.693,00
16. 4.000 : 28,2 = 141 planten
afschrijvingskosten € 150,00
stekken van € 2,85 per plant € 401,00
overige variabele kosten van € 3,33 per plant € 469,00
knipkosten van € 2,00 per plant € 282,00
---------------------+
€ 1.302,00
_________________________________________________________________________+
Totale kosten (afgerond) € 114.342,00
Totaal wederrechtelijk verkregen voordeel: € 1.318.747,00 - € 114.342,00 = € 1.204.405,00
Nu aannemelijk is geworden dat de veroordeelde het voordeel uit deze hennepkwekerij met twee anderen heeft gedeeld, zal de rechtbank het door de veroordeelde behaalde voordeel schatten op één derde van bovenstaand bedrag, te weten € 401.468,00 (afgerond).
Conclusie
De rechtbank komt aldus tot de conclusie dat de veroordeelde in totaal
(€ 10.398,00 + € 401.468,00 =)
€ 411.866,00voordeel heeft genoten.

Toepassing van de wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

Stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op € 411.866,00.
Legt [verdachte] voornoemd de verplichting op tot betaling van een geldbedrag van € 411.866,00 (zegge: vierhonderdelfduizend achthonderdzesenzestig euro) aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Deze uitspraak is gegeven door mr. M. Haisma, voorzitter, mr. M.W.B. Venema en
mr. E.P. van Sloten, rechters, bijgestaan door mr. A. Dijkstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 14 mei 2018.
Mrs. Venema en Van Sloten zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De verklaring van de veroordeelde afgelegd ter terechtzitting van 19 maart 2018 en 17 april 2018.
2.Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 12 februari 2015, opgenomen op pagina 720 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 01MOR14021-JUS-001/01-2014068615 d.d. 9 november 2015, inhoudende de verklaring van de veroordeelde.
3.Een afzonderlijk in het dossier opgenomen en onder de veroordeelde inbeslaggenomen notitie.
4.Meerdere geschriften, opgenomen op pagina 738 tot en met 772 van voornoemd dossier van Politie Noord-Nederland. De inhoud van deze geschriften staat samengevat op pagina 33 en 34 van het Aanvullend financieel Proces-verbaal, behorende bij voornoemd dossier van Politie Noord-Nederland.
5.Meerdere geschriften, opgenomen op pagina 736 tot en met 773 van voornoemd dossier van Politie Noord-Nederland. De inhoud van deze geschriften staat samengevat op pagina 35 van het Aanvullend financieel Proces-verbaal, behorende bij voornoemd dossier van Politie Noord-Nederland.
6.de nummering correspondeert met de nummering zoals hierboven aangeduid.