ECLI:NL:RBNNE:2018:1969
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Voortzetting tenuitvoerlegging ISD-maatregel en tussentijdse beoordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 16 mei 2018 uitspraak gedaan over de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel voor de veroordeelde, geboren in 1974 en verblijvend in PI Flevoland. De maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) was eerder opgelegd voor de duur van twee jaren, ingaande op 20 november 2016. Op 14 februari 2018 heeft de veroordeelde een verzoek ingediend voor een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van deze maatregel. Tijdens de zitting op 16 mei 2018 zijn de veroordeelde, zijn raadsvrouw mr. A.H. Tiemens, en een vertegenwoordiger van de PI Flevoland gehoord. De veroordeelde en zijn raadsvrouw hebben aangegeven dat zij de voortzetting van de ISD-maatregel noodzakelijk achten, omdat er actief beleid wordt gevoerd om de veroordeelde behandeld en extern gehuisvest te krijgen. De officier van justitie heeft echter aangegeven dat het verzoek tot tussentijdse beëindiging van de maatregel moet worden afgewezen. Deskundige Strijk heeft verklaard dat de behandeling van de veroordeelde recent is gestart en noodzakelijk is gezien zijn persoonlijkheidsstoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de behandeling is gestart, maar dat dit laat is gebeurd. Gezien het doel van het verzoek, dat inmiddels is behaald, en het feit dat er geen verzoek tot beëindiging van de ISD-maatregel is gedaan, heeft de rechtbank besloten dat de voortzetting van de ISD-maatregel vereist blijft. De rechtbank heeft de beslissing genomen dat de tenuitvoerlegging van de maatregel wordt voortgezet, met de opmerking dat de PI Flevoland voortvarend moet optreden om de effectiviteit van de maatregel te waarborgen. De ISD-maatregel eindigt op 20 november 2018.