ECLI:NL:RBNNE:2018:2005
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- B.I. Klaassens
- H.H.A. Fransen
- C. Brouwer
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van poging tot brandstichting in AZC te Hoogeveen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 29 mei 2018 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot brandstichting in een kamer van het AZC te Hoogeveen op 26 januari 2018. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte opzettelijk brand heeft gesticht. De rechtbank heeft overwogen dat de verklaringen van de verdachte en getuigen in het dossier niet voldoende bewijs opleverden voor opzet. De verdachte had wisselende verklaringen afgelegd, wat haar geloofwaardigheid niet ten goede kwam. De rechtbank concludeerde dat het niet uitgesloten kon worden dat de brand was ontstaan door onoplettendheid van de verdachte, die in verwarde toestand werd aangetroffen en probeerde de brand te doven. De rechtbank oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat de verdachte opzettelijk de brand had gesticht, en sprak haar vrij van de beschuldigingen. Tevens werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en werd de verdachte onmiddellijk in vrijheid gesteld.