In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 6 juni 2018 uitspraak gedaan over een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening met betrekking tot een evenementenvergunning en geluidsontheffing voor het evenement Stoetbakken, dat op 1 en 2 juni 2018 in Emmen zou plaatsvinden. De burgemeester van de gemeente Emmen had op 24 mei 2018 aan de derde-belanghebbende een evenementenvergunning verleend, evenals een geluidsontheffing. Verzoeker, die bezwaar had gemaakt tegen deze besluiten, verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij vreesde voor overlast door het evenement.
De voorzieningenrechter overwoog dat de burgemeester in redelijkheid de evenementenvergunning had kunnen verlenen, aangezien het evenementenbeleid niet kennelijk onredelijk was en de burgemeester in overeenstemming met dit beleid had gehandeld. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was om de in het beleid genoemde uitloop van een half uur in te korten of te verbieden, noch om de eindtijd van het evenement op zaterdag te wijzigen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening moest worden afgewezen, omdat de houdbaarheid van het bestreden besluit in de bezwaarfase als overwegend positief werd ingeschat.
De uitspraak benadrukt de afweging van belangen tussen de organisatoren van het evenement en de omwonenden, waarbij de voorzieningenrechter terughoudend is in zijn beoordeling van de belangenafweging door de burgemeester. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester de beleidsregels correct heeft toegepast en dat er geen sprake was van kennelijk onredelijke overlast voor de omwonenden. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.