ECLI:NL:RBNNE:2018:2332
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van poging tot doodslag en zware mishandeling met noodweer als verweer
Op 1 juni 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot doodslag en zware mishandeling. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten. De zaak betrof een incident dat plaatsvond op 19 november 2017 in Grootegast, waarbij de verdachte en het slachtoffer, [slachtoffer], betrokken waren bij een vechtpartij. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte veroordeeld zou worden, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. De rechtbank concludeerde dat de getuigenverklaringen niet betrouwbaar waren en dat er geen overtuigend bewijs was dat de verdachte daadwerkelijk had gestoken of gesneden met een mes. De rechtbank erkende dat er een confrontatie had plaatsgevonden, maar oordeelde dat de verdachte had gehandeld uit noodweer. Dit leidde tot de vrijspraak van de verdachte voor de poging tot doodslag, zware mishandeling en de meer subsidiair ten laste gelegde mishandeling. De benadeelde partij, [slachtoffer], werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat het feit niet bewezen was. De rechtbank benadrukte dat de vordering enkel bij de burgerlijke rechter kon worden ingediend.