ECLI:NL:RBNNE:2018:237
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- E.Th.M. Zwart
- Rechtspraak.nl
Tardief tegenverzoek tot ontbinding arbeidsovereenkomst afgewezen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 18 januari 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De eiser, een maatschap, had op 3 oktober 2017 een verzoek ingediend om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De gedaagde, die in deze procedure als werknemer fungeert, heeft op 26 oktober 2017 een verweerschrift ingediend, waarin zij tevens een voorwaardelijk tegenverzoek deed voor het geval het verzoek tot ontbinding zou worden toegewezen. Dit tegenverzoek omvatte een verzoek om een transitievergoeding en een billijke vergoeding.
Tijdens de mondelinge behandeling op 7 november 2017 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Na deze behandeling zijn er schikkingsonderhandelingen geweest, waarna de eiser op 15 november 2017 het verzoek tot ontbinding heeft ingetrokken. De gedaagde heeft hierop bezwaar gemaakt tegen de intrekking en verzocht om de proceskosten te vergoeden en om te beschikken op haar tegenverzoek.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het voorwaardelijke tegenverzoek van de gedaagde niet meer aan de orde is, omdat de voorwaarde voor toewijzing niet is vervuld door de intrekking van het verzoek. De gedaagde heeft vervolgens geprobeerd haar voorwaardelijke tegenverzoek om te zetten in een onvoorwaardelijk verzoek, maar dit werd niet gehonoreerd. De kantonrechter oordeelde dat een nieuw verzoek niet op deze wijze kan worden ingediend, omdat dit de procedure zou omzeilen. Uiteindelijk heeft de kantonrechter de eiser veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de gedaagde, vastgesteld op € 600,00.