Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het in de zaak met parketnummer 18/730213-17 primair ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 18/114363-17 onder 1. en 2. ten laste gelegde gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het in de zaak met parketnummer 18/730213-17 primair ten laste gelegde. De raadsvrouw heeft daartoe aangevoerd dat er in het dossier te weinig informatie aanwezig is over zowel het wapen als over de verwonding, waaruit kan blijken dat er een aanmerkelijke kans is geweest dat het slachtoffer zou komen te overlijden.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
in de zaak met parketnummer 18/730213-17
1. De door verdachte op de terechtzitting van 19 juni 2018 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Ik was in Leeuwarden bij de flats bij het [straatnaam] . Ik had een mes in mijn hand.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 9 juli 2017, opgenomen op pagina 94 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2017179367 d.d. 14 oktober 2017, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1] :
Op 8 juli 2017 was ik op bezoek bij een vriend van mij genaamd [getuige 1] . [getuige 1] woont in het appartementencomplex aan het [straatnaam] / [straatnaam] te Leeuwarden.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 9 juli 2017, opgenomen op pagina 76 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1] , gehoord op 9 juli 2017:
V: Kan je me jouw dag van gisteren beschrijven?
A: Ik had die avond afgesproken bij een vriend te gaan eten. Hij woont op het [straatnaam] in een appartementencomplex. Ik ben er naartoe gegaan op de scooter. Op een gegeven moment hoorde ik geschreeuw buiten. [getuige 1] zei dat hij zag dat een man mijn scooter omschopte. Door deze mededeling besloot ik naar buiten te gaan. Ik liep voorop. Ik stormde op de donkere man af. Ik zag niets aankomen maar direct daarop voelde ik een steek in mijn onderbuik. Ik kreeg deze steek van een persoon die mij van rechts naderde. Ik zag dit moment zelf niet. Ik zag dat een blanke dikke man naast mij stond. Er stonden geen andere mensen in de buurt. Ik zag vlak nadat ik de pijn voelde dat deze blanke gezette man een mes in zijn hand had. Het lemmet van het mes was net iets langer dan zijn handen. Ik schat het lemmet op zo'n 10 centimeter. Ik voelde eerst een hevige kramp in mijn buikspier. Ik zag een grote snee aan mijn hand die hevig bloedde. In het ziekenhuis werd ik geopereerd.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 9 juli 2017, opgenomen op pagina 110 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 1] :
Ik was op 7 juli 2017 samen met o.a. [slachtoffer 1] in mijn woning aan het [straatnaam] te Leeuwarden. Ik hoorde dat er buiten ruzie was. Ik hoorde dat [getuige 2] zei: Hij schopt je scooter om. Ik zag dat [slachtoffer 1] direct naar buiten rende. Toen ik buiten kwam, zag ik een donkere jongen op de grond liggen. Ik zag dat [slachtoffer 1] naar mij toe kwam strompelen. Ik zag dat hij zijn rechterhand aan de rechterkant van zijn buik hield. Ik hoorde dat [slachtoffer 1] zei: Ik ben gestoken!! Ik zag dat ongeveer 4 meter achter hem, een blanke man stond. Ik zag dat deze man een mes in zijn hand had. Ik zag dat hij dat in zijn rechterhand had. Ik zag dat de man bij de donkere man die op de grond lag, rondliep. Ik zag dat hij steeds met het mes om zich heen zwaaide.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 9 juli 2017, opgenomen op pagina 116 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 3] :
Op 8 juli 2017 was ik aan het [straatnaam] te Leeuwarden. Ik hoorde geschreeuw. Ik zag twee personen staan ter hoogte van de bibliotheek. Deze personen liepen in onze richting.
Ik zag dat de blanke man via het zebrapad het [straatnaam] overstak en vervolgens bij
ons onder het balkon stond. Ik zag dat de getinte man eerst richting de ING liep en
toen over stak en onder ons balkon stond. Vervolgens begonnen de mannen agressief te schreeuwen. Op een gegeven moment hoorde ik een geluid en zag ik een scooter op de grond liggen. Ik zag dat de getinte man bij de gevallen scooter stond. Kort hierop zag ik drie jongens naar buiten komen uit de portiek van het gebouw. Ik zag dat één van de drie jongens de donkere man een klap gaf en dat de donkere man hierdoor op de grond viel. Vervolgens zag ik dat de blanke man op de jongen afliep die zojuist de donkere man had geslagen. Hij liep deze jongen in de rug. Ik hoorde één van de drie jongens zeggen dat hij was gestoken.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 9 juli 2017, opgenomen op pagina 121 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 8]:
Op 8 juli 2017 was ik op een balkon welke uitzicht heeft op het [straatnaam] . Ik zag twee mannen lopen. Man 1: donkere huidskleur. Man 2: blanke man, gezet postuur, blauwe pet, blauwe jas, erg dronken indruk. Ik zag dat de mannen onze richting uitkwamen. De donkere man was erg boos, dat hoorde en zag ik. Ik zag dat de donkere man een scooter, welke schuin onder het balkon stond, omgooide. Toen zag ik een andere jongen op de donkere man afrennen. Ik zag dat de jongen de donkere man sloeg. Ik zag dat ze beiden op de grond vielen. Ik zag dat de dikke blanke man op de jongeman afkwam en ik zag dat de dikke man een mes had. Ik zag dat de dikke man de jongeman stak, ergens in zijn romp/lijf.
Ik zag dat de twee mannen weg liepen richting de Zuidergrachtswal.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 9 juli 2017, opgenomen op pagina 124 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 4] :
Op 8 juli 2017 was ik in de nachtopvang aan het werk. Omstreeks 22:20 uur hoorde ik de bel. Ik keek op de camerabeelden. Ik zag [verdachte] voor de deur staan. Ik zag dat [verdachte] naar binnen liep. Ik hoorde [verdachte] zeggen: "Ik heb moeten steken." Ik zag dat hij uit zijn rechter jaszak een inklapbaar mes pakte. Ik zag dat het half uitgeklapt was. Ik hoorde [verdachte] zeggen: "Hier is het mes." Ik schat dat het mes ingeklapt ongeveer 10 cm lang was en uitgeklapt ongeveer 20 cm.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 18 juli 2017, opgenomen op pagina 140 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verbalisant:
Er zijn beelden met geluid gevorderd bij [stichting] , [straatnaam] te Leeuwarden, van 8 juli 2017 tussen 22:00 en 23:00 uur. Camera 2 hal [stichting] : Ik zie een man binnen komen lopen welke ik herken als [verdachte] . Ik hoor dat [verdachte] zegt: Ik heb gestoken.
9. Een letselverklaring d.d. 13 juli 2017, opgenomen op pagina 81 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van M. Landheer, forensisch arts FMG:
Medische informatie betreffende [slachtoffer 1] .
Letselbeschrijving:
Buik: er is sprake van een 10,5 cm lange huidonderbreking in de rechter onderbuik die aan de navelzijde met een bruine korst is bedekt. Aan de navelzijde en aan de rechter flank zijn uitgebreide groengele huidverkleuringen te zien. Aan de rechter buitenzijde van de wond is een doorzichtige knoop van een inwendige hechtdraad te zien (foto 1 en 2).
Rechter hand: aan de pinkzijde van de handpalm is een 10 cm lange huidonderbreking aanwezig die gesloten is met 9 zwarte hechtingen. De wond verloopt van de pols naar de pink. Aan de buitenzijde van de hand is de huid groenig verkleurd (foto 3).
Conclusie
Er is sprake van behandelde steek- en/of snijwonden in de rechter onderbuik en rechterhand. De waargenomen letsels passen bij de door slachtoffer aangegeven toedracht.
11. Een letselrapportage ten behoeve van politie en justitie d.d. 27 november 2017, inhoudende als verklaring van M. Landheer:
Beschouwing
Messteken met het getoonde mes met een lemmet van ongeveer 10 cm. lengte in de rechter
onderbuik had wel door de buikwand heen kunnen gaan de buikholte in, waar de inwendige organen zitten. De buikwand is gemiddeld 2 cm. dik, maar dat kan sterk variëren afhankelijk van het postuur van het de persoon. Afhankelijk van de dikte van de kleding had het lemmet dus enkele centimeters de buikholte binnen kunnen treden.
Op deze plaats bevinden zich de dikke en dunne darm met bijbehorende buikvliezen
en bloedvoorziening. Een perforatie van de darmen kan een forse en potentieel
levensbedreigende ontsteking van het buikvlies veroorzaken en kan chronische
infecties in de buikholte veroorzaken. Wanneer de bloedvoorziening (slagaderlijk) van
de darmen wordt doorsneden kan een levensbedreigende bloeding ontstaan.
De waargenomen letsels passen bij de door slachtoffer aangegeven toedracht.
Beantwoording van de vragen
1. De geconstateerde letsels hadden onbehandeld mogelijk tot de dood kunnen leiden,
maar dat lijkt niet heel waarschijnlijk.
2. Met het getoonde mes is het mogelijk om verwondingen in de buikholte te veroorzaken.
Ter plaatse is perforatie van darmen of doorsnijding van de bloedvoorziening mogelijk,
hetgeen levensbedreigende bloedingen in de buikholte kan veroorzaken of ernstige
infecties in de buikholte kan veroorzaken die tot de dood kunnen leiden.
3. Wanneer het mes loodrecht was binnengedrongen en de volledige lengte van het
lemmet de buikholte had gepenetreerd had het slachtoffer waarschijnlijk ernstiger letsel
opgelopen, wat dodelijk had kunnen zijn.
12. De eigen waarneming van de rechtbank, gedaan op de terechtzitting van 19 juni 2018, voor zover van belang inhoudende:
De rechtbank neemt op de ter terechtzitting getoonde beelden het volgende waar:
Er staan twee personen op straat, een donkere man en een paar meter daarnaast een man met een petje. Er zijn geen andere personen in beeld. Er komt een derde persoon van beneden af in beeld die op de donkere man toeloopt en met hem in gevecht gaat. Ook op dat moment zijn er geen andere personen in beeld. De man met het petje loopt af op de donkere man die op de grond ligt en de andere man die voorovergebogen over hem heen staat. De man met het petje heeft iets in zijn rechterhand wat lijkt op een mes. De andere man bevindt zich met zijn rug naar de man met het petje. Er zijn geen andere personen zichtbaar op de beelden.
De rechtbank hoort verdachte zeggen dat hij de man met het petje is en dat de donkere man [medeverdachte] is.
Nadere bewijsoverweging
De rechtbank passeert het verweer van de raadsvrouw dat er geen sprake is van een poging tot doodslag omdat er geen aanmerkelijke kans op de dood bestond. Uit het hiervoor onder 11. weergegeven bewijsmiddel blijkt voldoende dat de dood had kunnen intreden. Naar het oordeel van de rechtbank is deze kans aanmerkelijk te noemen.
Uit de door verdachte afgelegde verklaringen kan niet volgen dat verdachte vol opzet had op de dood van het slachtoffer dan wel op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank zal moeten beoordelen of er bij verdachte sprake is geweest van voorwaardelijk opzet.
Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg is aanwezig indien de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dit gevolg zal intreden. De beantwoording van de vraag of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt betekenis toe aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het zal in alle gevallen moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten.
Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen komt naar voren dat verdachte op het slachtoffer is toegelopen en hem met een mes heeft gestoken in de buikstreek. Het slachtoffer stond op dat moment met zijn rug gekeerd naar verdachte en heeft hem in het geheel niet kunnen zien aankomen. Bovendien was het slachtoffer verwikkeld in een schermutseling met [medeverdachte] en dus in beweging. Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen komt verder naar voren dat het lemmet van het mes ongeveer 10 centimeter lang was.
In de buikholte bevinden zich diverse organen en grote bloedvaten waardoor de kans dat door de hiervoor bedoelde messteek de dood zal volgen naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten.
Verdachte heeft met een mes met een lemmet van 10 cm. lang in de buikstreek van het slachtoffer gestoken, terwijl zich daar organen en grote bloedvaten bevinden en het slachtoffer in beweging was. De rechtbank is van oordeel dat die gedraging van verdachte onder de genoemde omstandigheden naar zijn uiterlijke verschijningsvorm kan worden aangemerkt als zozeer op de dood gericht te zijn dat het, behoudens aanwijzingen voor het tegendeel, niet anders kan zijn geweest dan dat verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans op dat gevolg heeft aanvaard. Van aanwijzingen voor het tegendeel is de rechtbank niet gebleken.
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde bewezen.
in de zaak met parketnummer 18/114363-17
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 30 mei 2017, opgenomen op pagina 13 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2017139478 d.d. 6 juli 2017, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
Op 30 mei 2017 ben is mishandeld. Ik ben geslagen tegen mijn gezicht. Als direct gevolg hiervan heb ik pijn en letsel opgelopen. Omstreeks 14:30 bevond ik mij nabij de hoofdingang van de winkel Jumbo te Leeuwarden. Ik kwam daar [verdachte] tegen die mij plotseling voluit met een vuist tegen mijn neus sloeg. Nadat ik geslagen was, bleef mijn neus continu hevig bloeden. Nu heb ik last van hoofdpijn.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 30 mei 2017, opgenomen op pagina 15 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 5] :
Op 30 mei 2017 parkeerde ik mijn fiets bij de Jumbo te Leeuwarden. Ik hoorde dat een man, man 1, zei tegen een man die op de grond zat, man 2, dat hij geld of een telefoon wilde hebben. Ik zag dat man 2 probeerde op te staan. Ik zag dat man 1 uit haalde met een gebalde vuist. Ik zag dat man 1 hard uit haalde en hierbij het gezicht van man 2 raakte. Hierna zag ik dat man 2 op de grond viel. Ik zag dat man 2 een bloedneus had.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 30 mei 2017, opgenomen op pagina 22 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik heb de man een duw gegeven op zijn hoofd. Als je iemand hard van je af duwt dan sla je hem ook een beetje. Ik zag dat de man een bloedneus had.
De rechtbank volstaat ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/114363-17 onder 2. bewezen verklaarde met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu verdachte het hierna bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 juni 2018;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 7 april 2016, opgenomen op pagina 12 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2016099224 d.d. 9 februari 2017, inhoudende de verklaring van [getuige 6] .