Op 26 januari 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere diefstallen. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer in Groningen. De verdachte, geboren in 1989 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was aanwezig op de zitting, bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.W.E. Luiten. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. T. Klooster. De tenlastelegging omvatte verschillende diefstallen, waaronder het wegnemen van elektronische apparaten en geldbedragen, waarbij de verdachte zich toegang had verschaft tot de woningen van de slachtoffers zonder hun toestemming.
Tijdens de zitting op 12 januari 2018 werd het bewijs besproken. De officier van justitie concludeerde dat de verdachte voor de meeste feiten wettig en overtuigend schuldig was, maar vroeg vrijspraak voor een van de tenlastegelegde feiten. De verdediging voerde aan dat er sprake was van een onherstelbaar vormverzuim, omdat de verdachte niet de cautie was gegeven voordat hem vragen werden gesteld over zijn betrokkenheid bij de diefstal van een kinderfiets. De rechtbank oordeelde dat dit verzuim inderdaad had plaatsgevonden, wat leidde tot vrijspraak voor dat specifieke feit.
De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan de diefstal van een aantal goederen, waaronder een laptop en geldbedragen, en legde een gevangenisstraf van zes maanden op, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast werd een taakstraf van 180 uren opgelegd. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verleden met drugsgebruik en eerdere veroordelingen. De vordering van de benadeelde partij werd afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing.