Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Inbeslaggenomen goederen
Benadeelde partijen
1. [slachtoffer 1] , tot een bedrag van € 3.012,50, bestaande uit € 1.512,50 ter vergoeding van materiële schade en € 1.500,00 ter vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
2. [slachtoffer 2] , tot een bedrag van € 5.166,76, bestaande uit € 2.666,76 ter vergoeding van materiële schade en € 2.500,00 ter vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
3. [slachtoffer 3] , tot een bedrag van € 5.000,00, bestaande uit € 350,90 ter vergoeding van materiële schade en € 4.649,10 ter vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 12 weken.
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 3]en
[slachtoffer 6]niet-ontvankelijk in hun vorderingen zijn.
[slachtoffer 2]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
2.000,--(zegge: tweeduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 maart 2016.
[slachtoffer 2]in dit gedeelte van haar vordering niet-ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[slachtoffer 2]te betalen een bedrag van €
2.000,--(zegge: tweeduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van
30dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag betreft materiële schade.