ECLI:NL:RBNNE:2018:344
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de kostendelersnorm bij bijstandsuitkering voor samenwonenden
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 24 januari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Vlagtwedde over de toepassing van de kostendelersnorm in het kader van de Participatiewet (PW). Eiser, die samen met zijn partner een bijstandsuitkering had aangevraagd, betwistte de toepassing van de kostendelersnorm door verweerder, omdat hij een deel van de woning van zijn ouders huurde. Eiser stelde dat de kostendelersnorm ten onrechte was toegepast, aangezien hij een huurovereenkomst had met zijn ouders en de verbouwde garage niet als zelfstandige woonruimte kon worden aangemerkt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de feiten en omstandigheden rondom de woonsituatie van eiser en zijn partner correct heeft beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de verbouwde garage, waar eiser en zijn partner woonden, onlosmakelijk verbonden was met de woning van zijn ouders. Dit leidde tot de conclusie dat eiser en zijn partner als kostendelende medebewoners moesten worden aangemerkt, waardoor de kostendelersnorm van toepassing was. Eiser's argumenten dat verweerder het advies van de bezwaarschriftencommissie ten onrechte had overgenomen en dat er geen informele oplossing was gezocht, werden door de rechtbank verworpen.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling of schadevergoeding. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.