Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiseres]
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
3.De vordering
4.Het geschil en de beoordeling daarvan
980,00
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak, die op 10 oktober 2018 door de Rechtbank Noord-Nederland werd behandeld, vorderde eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.J.W. Feddes, dat gedaagde, bijgestaan door advocaten mr. T. van Malssen en mr. M. Hengeveld, zou erkennen dat hij een affectieve relatie met haar had gehad. Eiseres stelde dat gedaagde onrechtmatig handelde door deze relatie te ontkennen, wat haar emotionele schade had berokkend. De partijen hadden elkaar in 1993 leren kennen, maar het contact was verwaterd. Medio 2016 herstelden zij het contact, maar gedaagde was inmiddels gescheiden en had een nieuwe relatie. Eiseres voerde aan dat gedaagde in zijn communicatie met zijn ex-echtgenote grievende en onjuiste uitlatingen over haar had gedaan, wat haar in een depressieve toestand had gebracht. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vorderingen van eiseres niet toewijsbaar waren, omdat gedaagde zijn ontkenning van de relatie niet onrechtmatig had gehandeld. De rechter benadrukte dat de zaak niet vergelijkbaar was met andere bekende zaken en dat gedaagde recht had op vrijheid van meningsuiting. De vorderingen werden afgewezen en eiseres werd veroordeeld in de proceskosten.