Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Beoordeling van het bewijs
Bijzonderheden : Grote zwarte plastic zak met onbekende hoeveelheid hennep
Rechtbank Noord-Nederland
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 23 augustus 2018 uitspraak gedaan in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, geboren in 1951 te [geboorteplaats]. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid hennep en het witwassen van een geldbedrag van € 29.700,-. De zaak is behandeld in het kader van een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A. Allersma, en het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. T. Klooster.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 26 november 2014 in Bad Nieuweschans opzettelijk een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep aanwezig had. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat het geldbedrag van € 29.700,-, dat in de woning van de verdachte werd aangetroffen, afkomstig was uit een misdrijf, namelijk de handel in verdovende middelen. De verdediging voerde aan dat er sprake was van meerdere vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek, waaronder onrechtmatig binnentreden en het ontbreken van toestemming voor doorzoeking. De rechtbank oordeelde echter dat het binnentreden rechtmatig was en dat de verdachte geen ondubbelzinnige toestemming had gegeven voor de doorzoeking.
De rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis, en het in beslag genomen geldbedrag werd verbeurd verklaard. De rechtbank hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure, wat leidde tot een matiging van de straf.