ECLI:NL:RBNNE:2018:417
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening gebiedsverbod op grond van Gemeentewet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 7 februari 2018 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die een gebiedsverbod opgelegd had gekregen van de burgemeester van de gemeente Groningen. Het gebiedsverbod was opgelegd op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet, vanwege de vrees voor verstoring van de openbare orde. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake was van spoedeisend belang, maar dat de burgemeester in redelijkheid kon oordelen dat er ernstige vrees bestond voor verstoring van de openbare orde. Dit oordeel was gebaseerd op eerdere incidenten en de onrust in de wijk. Verzoeker voerde aan dat het besluit niet voldoende was onderbouwd en dat er geen concrete aanwijzingen waren voor de vrees voor verstoring. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de burgemeester voldoende informatie had om het gebiedsverbod op te leggen en dat de belangen van verzoeker niet zwaarder wogen dan het algemeen belang. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken.