Benadeelde partij
De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
1. [slachtoffer 1] , tot een bedrag van € 1.016,96 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
2. [slachtoffer 2] , tot een bedrag van € 1.699,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
3. [slachtoffer 6] , tot een bedrag van € 770,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
4. [slachtoffer 5] , tot een bedrag van € 5.150,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
5. [slachtoffer 7] , tot een bedrag van € 153,55 ter vergoeding van materiële schade en € 1000,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
1. De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 1] kan hoofdelijk worden toegewezen. Uit de bijgevoegde factuur blijkt dat de fiets net nieuw was, zodat geen matiging hoeft te worden toegepast.
2. De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 2] kan voor een deel worden toegewezen. Uit de bijgevoegde factuur blijkt dat de fiets drie jaar geleden is gekocht, zodat de waarde momenteel € 500,- zal zijn. Voor dit bedrag kan de vordering hoofdelijk worden toegewezen en voor het overige is de vordering niet-ontvankelijk.
3. De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 6] is niet voldoende onderbouwd, zodat deze niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
4. De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 5] is niet onderbouwd, zodat deze niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
5. De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 7] is voor het materiële deel niet onderbouwd, zodat dit niet-ontvankelijk kan worden verklaard. De gevorderde immateriële schade is buitensporig hoog. Een bedrag van € 200,- is redelijk en dat kan hoofdelijk worden toegewezen.
De officier van justitie merkt op dat de schadevergoedingsmaatregel ten aanzien van de toegewezen vorderingen kan worden opgelegd.
Standpunt van de verdediging
1. De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 1] kan deels worden toegewezen. Ten tijde van de diefstal was de fiets drie maanden oud. De raadsvrouw verzoekt de rechtbank om hiermee rekening te houden.
2. De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 2] kan niet-ontvankelijk worden verklaard nu medeverdachte deze fiets heeft weggenomen. Indien de rechtbank anders oordeelt merkt de raadsvrouw op dat blijkens de factuur de fiets drie jaar geleden is gekocht.
3. De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 6] kan niet-ontvankelijk worden verklaard nu de raadsvrouw heeft gepleit voor vrijspraak.
4. De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 5] kan niet-ontvankelijk worden verklaard nu de raadsvrouw heeft gepleit voor vrijspraak.
5. De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 7] kan deels (hoofdelijk) worden toegewezen. De materiële schade kan worden vastgesteld op een bedrag van € 75,98 voor de nieuwe kentekenplaat en twee wielklemmen. De immateriële schade moet niet-ontvankelijk worden verklaard nu de onderbouwing van de psychische klachten door een arts of psycholoog ontbreekt.
1. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte onvoldoende door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 augustus 2017.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade, waarvan vergoeding wordt gevorderd. Bij de veroordeling tot betaling van de schadevergoeding zal ook worden bepaald dat wanneer de schadevergoeding door medeverdachte is betaald, verdachte dit bedrag niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen, en andersom.
Nu vast staat dat verdachte tot het hiervoor genoemde bedrag aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
2. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 bewezen verklaarde. Uit de bijgevoegde factuur blijkt dat de fiets drie jaar geleden is gekocht, zodat de rechtbank rekening zal houden met een matiging van de waarde met 50%. De vordering, waarvan de hoogte onvoldoende door verdachte is betwist, zal daarom deels worden toegewezen tot een bedrag van € 850,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 augustus 2017.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade, waarvan vergoeding wordt gevorderd. Bij de veroordeling tot betaling van de schadevergoeding zal ook worden bepaald dat wanneer de schadevergoeding door medeverdachte is betaald, verdachte dit bedrag niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen, en andersom.
Nu vast staat dat verdachte tot het hiervoor genoemde bedrag aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
3. De rechtbank acht het onder 4 ten laste gelegde feit niet bewezen waaruit de schade zou zijn ontstaan. De benadeelde partij [slachtoffer 6] zal daarom in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
4. De benadeelde partij [slachtoffer 5] heeft zijn vordering onvoldoende onderbouwd, zodat de rechtbank de schade niet kan vaststellen. De rechtbank zal daarom bepalen dat de benadeelde partij in de vordering niet ontvankelijk is.
5. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij [slachtoffer 7] de schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het door verdachte erkende en door de rechtbank bij de strafoplegging meegewogen ad informandum gevoegde feit. De vordering, waarvan de hoogte onvoldoende door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen tot het bedrag van € 75,98, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 augustus 2017. Voor het overige bedrag van de gestelde materiële en de immateriële schade acht de rechtbank de onderbouwing onvoldoende en zal zij de benadeelde partij in de vordering voor dat deel niet-ontvankelijk verklaren.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade, waarvan vergoeding wordt gevorderd. Bij de veroordeling tot betaling van de schadevergoeding zal ook worden bepaald dat wanneer de schadevergoeding door medeverdachte is betaald, verdachte dit bedrag niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen, en andersom.
Nu vast staat dat verdachte tot het hiervoor genoemde bedrag aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.