Op 26 oktober 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die wordt beschuldigd van hennepteelt en diefstal van elektriciteit. De zaak betreft twee parketnummers: 18/023230-17 en 18/830236-17. De verdachte is geboren in 1969 en woont in [woonplaats]. Tijdens de zitting op 12 oktober 2018 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.R.M. Schaap, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. R. Janssens.
De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk telen van hennepplanten in de periode van 1 april 2015 tot en met 10 september 2015 in Hoogezand, en het onrechtmatig afnemen van elektriciteit. Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van soortgelijke feiten in Haren in de periode van 1 juni 2016 tot en met 25 oktober 2016. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is voor de beschuldigingen, mede op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en de bevindingen van de politie.
De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen sprake was van vormverzuimen en dat de machtiging tot binnentreden in de woning van de verdachte terecht was verleend. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 91 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 180 uren. Tevens is de vordering van de benadeelde partij toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot betaling van € 1.703,78 aan schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente.