ECLI:NL:RBNNE:2018:4651
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontvangsttheorie en opzegging van een service overeenkomst incasso
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 24 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Invorderingsbedrijf B.V. en een gedaagde partij over de opzegging van een service overeenkomst incasso. De eiseres, Invorderingsbedrijf B.V., vorderde betaling van een bedrag van € 333,61, inclusief wettelijke handelsrente, van de gedaagde partij, die stelde dat de overeenkomst per e-mail was opgezegd. De kantonrechter oordeelde dat de enkele stelling van de gedaagde dat de e-mail was verzonden, onvoldoende was om te bewijzen dat de opzegging daadwerkelijk was ontvangen door eiseres. De wet vereist dat een opzegging daadwerkelijk door de andere partij moet zijn ontvangen, en er was geen bewijs dat de e-mail door eiseres was ontvangen. De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde niet had aangetoond dat de overeenkomst was opgezegd en veroordeelde hem tot betaling van het abonnementsgeld over de periode van 1 augustus 2017 tot en met 31 juli 2018, alsook de gevorderde buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter wees de vordering van eiseres toe, met inachtneming van de wettelijke rente en proceskosten.