Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken
d.d. 15 november 2018 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
De raadsman heeft met betrekking tot feit 2 geen verweer gevoerd.
Op 30 december 2016 kreeg ik het bericht dat er een incident had plaatsgevonden in mijn filiaal aan de Meeuwerderweg. Ik constateerde dat de winkeldief 3 ruiten had vernield van mijn winkel. Twee winkelpuien waren vernield alsmede 1 ruit van de toegangsdeur. De winkeldief heeft verschillende flessen uit de schappen gepakt en deze tegen de ramen gegooid waardoor deze werden vernield.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
2. [slachtoffer 1] , tot een bedrag van € 5.061,47 ter vergoeding van materiële schade en € 2.500,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.
[slachtoffer 1]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 3.253,47 (zegge: drieduizendtweehonderddrieënvijftig euro en zevenenveertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 december 2016.
€ 2.500,- aan immateriële schade.
[slachtoffer 3]af.