Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[veroordeelde],
Procesverloop
Bewijsmiddelen
Beoordeling
€ 242.021,00en dat dit bedrag aan veroordeelde wordt ontnomen. De manier waarop dit bedrag is berekend, is uiteengezet in het "Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex art 36e, 2e lid, Sr, FIN-003-00" d.d. 26 november 2015 (hierna: de ontnemingsrapportage). [1] De berekening is gebaseerd op het voordeel dat veroordeelde volgens het openbaar ministerie heeft verkregen in het kader van de aan- en verkoop van drie auto's, te weten de Audi A6, de personenauto van het merk Maserati met het kenteken [kenteken] (hierna: de Maserati) en een personenauto van het merk Aston Martin, type Vanquish Volante One (hierna: de Aston Martin). Volgens het openbaar ministerie heeft veroordeelde zich in het kader van de aan- en verkoop van deze drie auto's schuldig gemaakt aan witwassen.
€ 176.050,00. Daarbij is men ervan uitgegaan dat veroordeelde op 17 april 2014 in verband met de verkoop van de Aston Martin een contant geldbedrag heeft ontvangen van € 405.050,00. Van dit bedrag zijn de inkoopkosten van € 229.000,00 afgetrokken.
€ 17.500,00. Daarbij is men ervan uitgegaan dat veroordeeldes bedrijf [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1]) in verband met de verkoop van de Audi A6 een bedrag van € 100.000,00 van [medeverdachte 1] heeft ontvangen. Dit bedrag is gebaseerd op de mededeling van [medeverdachte 1] in een afgeluisterd gesprek dat deze auto normaal rond de € 136.000,00 kost maar dat hij hem een ton heeft gekost. Van dit bedrag zijn de inkoopkosten van € 82.500,00 afgetrokken. Dit bedrag is gebaseerd op de verkoopfactuur van [bedrijf 2] (hierna: [bedrijf 2]), gericht aan [bedrijf 1].
€ 48.471,00. Daarbij is men ervan uitgegaan dat veroordeelde de Maserati heeft verkocht aan [medeverdachte 1] en dat hij in verband met die verkoop van [medeverdachte 1] een bedrag van € 180.000,00 heeft ontvangen. Dit bedrag is gebaseerd op de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2]) dat [medeverdachte 1] aan veroordeelde het aankoopbedrag van de Maserati heeft betaald en dat dit zo uit zijn hoofd € 180.000,00 was. Van dit bedrag zijn de inkoopkosten van € 112.000,00, de kosten voor de invoer van € 41.000,00 en de transportkosten van € 900,00 afgetrokken. Op basis van deze gegevens is in de ontnemingsrapportage berekend dat het wederrechtelijk verkregen voordeel van veroordeelde in verband met de verkoop van de Maserati aan [medeverdachte 1] (€ 180.000,00 - € 112.000,00 - € 41.000,00 - € 900,00 =)
€ 26.100,00bedraagt. Voorts is men er in de ontnemingsrapportage vanuit gegaan dat veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen doordat [bedrijf 1] de Maserati enige tijd later van [medeverdachte 1] heeft teruggekocht en vervolgens heeft doorverkocht aan [bedrijf 2]. Daarbij is men ervan uitgegaan dat [bedrijf 1] blijkens de verkoopfactuur d.d. 29 oktober 2013 van [bedrijf 2] een bedrag van € 162.371,00 heeft ontvangen voor de Maserati. Van dit bedrag is afgetrokken het bedrag van € 140.000,00 dat veroordeelde aan [medeverdachte 1] heeft betaald voor de Maserati. Dit bedrag is gebaseerd op de opmerking van [medeverdachte 1] in een afgeluisterd gesprek dat de Maserati is weggegaan voor € 140.000,00. Op basis van deze gegevens is in de ontnemingsrapportage berekend dat het wederrechtelijk verkregen voordeel van veroordeelde in verband met deze transactie (€ 162.371,00 - € 140.000,00 =)
€ 22.371,00bedraagt.
€ 25.000,00. Daartoe is aangevoerd dat veroordeelde stelt dat hij de auto alleen heeft verhuurd aan [medeverdachte 1], dat hij daarvoor een contant geldbedrag van € 25.000,00 heeft ontvangen en dat daarvoor geen factuur is opgemaakt. Volgens de verdediging zijn er voldoende aanwijzingen dat die huuropbrengsten onder het voordeel vallen. Volgens de verdediging gaat het openbaar ministerie er ten onrechte vanuit dat de hele transactie wederrechtelijk is, aangezien niet kan worden vastgesteld dat [medeverdachte 1] eigenaar van de auto was. Ook zijn er volgens de verdediging onvoldoende aanwijzingen dat veroordeelde de Maserati heeft teruggekocht van [medeverdachte 1] en zou het goed kunnen dat het door [medeverdachte 1] genoemde bedrag van € 140.000,00 ziet op de opbrengst van de Maserati bij de veiling door Domeinen na de inbeslagneming.
€ 10.000,00. Daartoe is aangevoerd dat veroordeelde heeft verklaard dat hij de auto voor € 70.000,00 heeft verkocht aan [medeverdachte 1], waarbij een Audi A4 ter waarde van € 45.000,00 is ingeruild, waarbij een contant bedrag van € 25.000,00 is betaald en is verantwoord in het kasboek en waarbij veroordeelde daarnaast een contant bedrag van € 10.000,00 heeft ontvangen dat hij niet in het kasboek heeft verantwoord. Dit laatste bedrag kan volgens de verdediging worden aangemerkt als wederrechtelijk verkregen voordeel.