ECLI:NL:RBNNE:2018:5132
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- F.J. Agema
- P.H.M. Smeets
- E.P. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van diefstal en mishandeling met onvoldoende bewijs
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die op 19 november 2017 te Leeuwarden beschuldigd werd van diefstal en mishandeling, heeft de rechtbank Noord-Nederland op 7 november 2018 uitspraak gedaan. De verdachte werd bijgestaan door mr. W.K. Cheng, terwijl het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door mr. R.G. de Graaf. De tenlastelegging omvatte primair de diefstal van een geldbedrag van ongeveer 380 euro, vergezeld van geweld tegen het slachtoffer, en subsidiair de toebrenging van zwaar lichamelijk letsel aan het slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. De officier van justitie had vrijspraak gevorderd, omdat het dossier niet voldoende aanknopingspunten bood voor de diefstal en het letsel niet als zwaar kon worden gekwalificeerd. De verdediging voerde aan dat de verdachte en zijn medeverdachte enkel het slachtoffer hadden beetgepakt na een verkoop van cocaïne, en dat er geen bewijs was voor de geweldpleging. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van het slachtoffer inconsistent waren en dat er geen wettig bewijs was voor de diefstal of de mishandeling. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten en gelastte de teruggave van het in beslag genomen geldbedrag van €520 aan de verdachte.