Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 6 september 2018 in de zaak tussen
[naam] , te Veelerveen, eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Eiseres heeft aangevoerd dat de algemene voorziening van de huishoudservice van de gemeente Bellingwedde voor haar ontoereikend dan wel niet passend is. Zij meent daarom dat zij recht heeft op een maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning en wel voor
3 uren per week, zoals dat ook gold voor 1 april 2015, en niet voor 2,5 uur per week. Het bestreden besluit mist volgens eiseres een medische onderbouwing, nu het onderzoek van SCIOPENG zeer beperkt is geweest en het rapport veel te beknopt. Eiseres heeft zoveel beperkingen dat zij aanzienlijk meer -en andere- hulp nodig heeft dan via een algemene voorziening gerealiseerd kan worden. Vanwege haar psychische beperkingen is het voorts nodig dat zij hulp krijgt van iemand die zij volledig vertrouwt, te weten van haar zoon en schoondochter. Duidelijk is volgens eiseres dat er maatwerk moet komen en dat eiseres recht heeft op een persoonsgebonden budget (pgb) waaruit zij haar zoon en schoondochter kan betalen voor de hulp die zij verlenen.
De rechtbank constateert dat verweerder in het bestreden besluit heeft uitgelegd hoe de aangeboden compensatie is opgebouwd en wat de financiële consequenties zijn voor eiseres. In de eerder toegekende huishoudelijke hulp van 3 uren per week was 30 minuten opgenomen voor de was verzorging. De thans toegekende 2 ½ uren huishoudelijke ondersteuning is exclusief de was- en strijkservice, waarvoor eerder 30 minuten is geïndiceerd. Door gebruik te kunnen maken van de algemene voorziening was- en strijkservice wordt de was verzorging thans losgekoppeld van de geïndiceerde huishoudelijke verzorging, hetgeen betekent dat eiseres nog steeds hetzelfde aantal uren per week huishoudelijke ondersteuning ontvangt als voor 1 april 2015. Eiseres heeft niet onderbouwd waarom zij meer en andere hulp nodig heeft dan aan haar is toegekend. Zo heeft zij niet aangegeven welke werkzaamheden binnen het aantal toegekende uren niet kunnen worden uitgevoerd. Naar het oordeel van de rechtbank is verweerder er terecht van uitgegaan dat 2 ½ uur huishoudelijke hulp per week, exclusief de was verzorging, volstaat nu dit feitelijk neerkomt op een continuering van de omvang van de huishoudelijk hulp van voor 1 april 2015.
Ten aanzien van een door eiseres noodzakelijk geachte maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb volgt de rechtbank verweerder dat niet is gebleken dat de algemene voorzieningen (huishoudservice en was- en strijkservice) in het geval van eiseres ongepast dan wel ontoereikend zouden zijn. Daarbij betrekt de rechtbank dat uit voornoemd onderzoek van SCIOPENG niet is gebleken van medische bezwaren om van deze algemene voorzieningen gebruik te maken. Dat eiseres vanwege psychische problemen aangewezen zou zijn op hulp door een vertrouwd persoon (zoon en/of schoondochter) is niet objectief medisch onderbouwd.
Tenslotte heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank voldoende inzichtelijk gemaakt dat voor eiseres geen financiële belemmeringen bestaan voor het gebruik van de algemene voorzieningen, nu voor eiseres gezien haar financiële draagkracht geen eigen bijdrage wordt verlangd en de kosten van de was- en strijkservice een bedrag van € 6,- per krat geldt, zoals is vastgesteld in artikel 8, onder b, van de verordening Wmo van de gemeente Westerwolde.