Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 14 maart 2018 uitspraak gedaan over het verzoek van [verzoeker] om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden. [verzoeker] heeft het verzoek ingediend op 18 januari 2018, met als grond dat [verweerder] zijn re-integratieverplichtingen niet is nagekomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verweerder] sinds zijn ziekmelding op 11 oktober 2017 onbereikbaar was voor [verzoeker] en niet heeft gereageerd op meerdere oproepen en aanmaningen. Ondanks het advies van de bedrijfsarts om in gesprek te gaan, heeft [verweerder] geen contact opgenomen met [verzoeker] of de Arbodienst. Dit gedrag heeft geleid tot de conclusie dat [verweerder] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat er een redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst is, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3, onderdeel e BW. De kantonrechter heeft ook vastgesteld dat het opzegverbod tijdens ziekte niet van toepassing is, omdat [verweerder] zonder deugdelijke grond zijn verplichtingen heeft geweigerd na te komen. De arbeidsovereenkomst is ontbonden met ingang van 14 maart 2018, en [verweerder] heeft geen recht op een transitievergoeding vanwege het ernstig verwijtbare handelen. Tevens is [verweerder] veroordeeld in de proceskosten van [verzoeker].