ECLI:NL:RBNNE:2019:1803

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 april 2019
Publicatiedatum
26 april 2019
Zaaknummer
C/19/126147 / FA RK 19-543
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortgezet verblijf in psychiatrisch ziekenhuis

Op 3 april 2019 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een beschikking gegeven in de zaak van een betrokkene die verblijft in de Kliniek Duurzaam Verblijf te Beilen. De officier van justitie had op 13 maart 2019 een verzoek ingediend voor een machtiging tot voortgezet verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis, omdat de betrokkene lijdt aan paranoïde schizofrenie en afhankelijkheid van amfetamine. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene zich in een kwetsbare toestand bevindt en dat er een reëel gevaar bestaat dat hij zichzelf ernstig letsel zal toebrengen of in een gevaarlijke situatie terecht zal komen zonder de machtiging.

De behandelaar heeft verklaard dat de betrokkene goed reageert op de behandeling, maar dat er problemen zijn met het vinden van een geschikte vervolgplek, mede door het gebrek aan medewerking van de gemeenten in de regio. De rechtbank heeft de situatie van de betrokkene zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat het in het belang van zijn behandeling is om de machtiging te verlenen. De rechtbank heeft de machtiging tot voortgezet verblijf verleend tot en met 3 april 2020, met de mogelijkheid om de betrokkene in de Kliniek te houden totdat er een geschikte vervolgplek is gevonden.

De beschikking is openbaar uitgesproken en er staat een rechtsmiddel van cassatie open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Assen

Machtiging tot voortgezet verblijf

Zaak-/rekestnr.: C/19/126147 / FA RK 19-543

Beschikking van 3 april 2019,

van de Rechtbank Noord-Nederland naar aanleiding van het verzoek van de officier van justitie tot verlening van een machtiging om te doen voortduren het verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis van:

A,

thans verblijvende in GGZ Drenthe, Kliniek Duurzaam Verblijf te Beilen,
hierna te noemen: betrokkene.

Procesverloop

Op 13 maart 2019 heeft de officier van justitie het verzoek ingediend. Bij het verzoek is overgelegd een geneeskundige verklaring. Ook zijn overgelegd een behandelingsplan, een bericht over de staat van uitvoering daarvan en aantekeningen als bedoeld in art. 37a Wet Bopz.
De rechtbank heeft op 3 april 2019 de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. R.J.J. Bosma;
- dhr. B, psychiater.

Beoordeling

Betrokkene wil in de kliniek blijven tot er een geschikte vervolgplek voor hem is gevonden.
De behandelaar benadrukt dat betrokkene de behandeling goed heeft opgepakt. Hij gebruikt nog wel, maar veel minder dan eerder. Als hij weinig gebruikt, dan verandert het beeld bij betrokkene niet en is dat dus geen aanleiding om vrijheden in te perken. Dat zou wel nodig zijn als het gebruik zou toenemen. Betrokkene is gestabiliseerd en is een aardige, vriendelijke man, die goed in contact is.
Er wordt gezocht naar een goede vervolgstap en een goede vervolgplek. Dat is helaas niet makkelijk. Betrokkene verblijft sinds 2014 in deze regio, heeft hier zijn netwerk en heeft hier zijn begeleiders waar hij een band mee heeft. Een vervolgstap hier in de regio zou veel kansrijker zijn dan wanneer betrokkene terug moet naar de Randstad voor die vervolgstap. Dat is een veel grotere overgang, wat extra risicovol is. Dat zou ook betekenen dat betrokkene terug is in de omgeving waar het eerder mis ging, in de buurt van zijn kennissen van vroeger die niet zullen bijdragen tot een succesvolle uitplaatsing. Vanuit het oogpunt van de behandeling van betrokkene is een min of meer abrupte terugkeer naar de Randstad vragen om nieuwe problemen en dat zou de vooruitgang die is behaald teniet doen. Pogingen vanuit de Kliniek om betrokkene in de regio zijn vervolgstap te laten maken lopen echter stuk op het gebrek aan medewerking van de gemeenten. Die houden vast aan de stelling dat de patiënten van de Kliniek niet aan deze regio zijn gebonden en verwijzen naar de gemeenten van herkomst. Daarbij maakt het niet uit hoe lang iemand al uit die andere regio weg is, hoe lang iemand hier al woont en maakt het ook niet uit dat het voor de behandeling en het perspectief echt heel veel beter is om iemand in de regio de volgende stap te laten maken.
Uit de geneeskundige verklaring en het verhoor is gebleken dat betrokkene ook na het einde van de geldigheidsduur van de lopende machtiging zal lijden aan een stoornis van de geestvermogens. Bij betrokkene is sprake van paranoïde schizofrenie (thans grotendeels in remissie) en afhankelijkheid van amfetamine.
Ook is komen vast te staan dat deze stoornis betrokkene ook dan nog gevaar zal doen veroorzaken. Het betreft het gevaar:
 dat betrokkene zich van het leven zal beroven of zichzelf ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen;
 dat betrokkene maatschappelijk ten onder gaat;
 dat betrokkene zichzelf in ernstige mate zal verwaarlozen;
In het verleden zijn er periodes geweest waarin betrokkene fors psychotisch was met bizarre wanen, achterdocht en hallucinaties.
Om te voorzien in het middelengebruik besteedde betrokkene al zijn geld aan drugs waardoor betrokkene geen geld had voor eten. Betrokkene at vrijwel niet en viel af tot een BMI van 17 en verwaarloosde zichzelf. Bij eerdere gedwongen opnames verbeterde het toestandsbeeld aanzienlijk echter na ontslag verviel betrokkene snel in verslavingsgedrag, begon betrokkene minder te eten en viel opnieuw fors af. Daarnaast namen de psychotische klachten opnieuw toe. Zonder machtiging bestaat het gevaar dat betrokkene opnieuw vervalt in middelenmisbruik en daardoor weer gevaarlijk zal afvallen. Zonder machtiging zou betrokkene ook niet in de Kliniek kunnen blijven wonen. Het zoeken naar een vervolgplek is gaande, maar schiet niet op. Daarbij speelt mee dat de kliniek geen medewerking krijgt van de gemeenten in de regio, aldus de behandelaar.
Gebleken is dat het gevaar niet door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis kan worden afgewend.
Betrokkene geeft onvoldoende geen blijk van de nodige consistente bereidheid om vrijwillig verder te verblijven in een psychiatrisch ziekenhuis.
Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.

Beslissing

De rechtbank:
Verleent machtiging tot voortgezet verblijf als bedoeld in artikel 15 Wet Bopz, welke machtiging de bevoegdheid geeft om betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis te doen verblijven tot en met 3 april 2020.
Deze beschikking is gegeven door mr. T.M.L. Veen, rechter, in tegenwoordigheid van de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2019.
(
fn: 336)
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.