Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden op grond van de aangiften en de bekennende verklaringen van verdachte.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gesteld dat alle feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht feiten 1, 2, 3, 4 en 5 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte
d.d. 22 oktober 2018, opgenomen op pagina 22 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2018280032 d.d. 23 oktober 2018, inhoudend de bekennende verklaring van verdachte;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 22 oktober 2018, opgenomen op pagina 17 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [medewerker 1];
3. een schriftelijk bescheid, te weten een aangifteformulier winkeldiefstal van [benadeelde partij], gevestigd aan het [straatnaam] te Groningen, opgemaakt en ondertekend op 22 oktober 2018 door [medewerker 1], filiaalmanager, opgenomen op pagina 19 e.v. van voornoemd dossier;
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte
d.d. 22 oktober 2018, opgenomen op pagina 22 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de bekennende verklaring van verdachte;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 21 oktober 2018, los gevoegd bij voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 1];
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte
d.d. 22 oktober 2018, opgenomen op pagina 22 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de bekennende verklaring van verdachte;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 21 oktober 2018, los gevoegd bij voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 2], mede namens [slachtoffer 3];
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte
d.d. 2 december 2018, opgenomen op pagina 27 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2018316090 d.d. 2 december 2018 (hierna dossier II), inhoudend de bekennende verklaring van verdachte;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 1 december 2018, opgenomen op pagina 17 e.v. van dossier II, inhoudend de verklaring van [medewerker 2] namens [benadeelde partij], [straatnaam] te Groningen;
3. een schriftelijk bescheid, te weten een aangifteformulier winkeldiefstal van [benadeelde partij], gevestigd te Groningen, opgemaakt en ondertekend op 1 december 2018 door [medewerker 2], verkoopspecialist, opgenomen op pagina 19 van dossier II;
1. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte
d.d. 2 december 2018, opgenomen op pagina 27 e.v. van dossier II, inhoudend de bekennende verklaring van verdachte;
2. een aangifteformulier huisvredebreuk van [benadeelde partij], [straatnaam] te Groningen, opgemaakt en ondertekend op 1 december 2018 door [medewerker 2], verkoopspecialist, als bijlage gevoegd bij het naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 1 december 2018, opgenomen op pagina 22 e.v. van dossier II;
3. een schriftelijk bescheid, te weten een '[benadeelde partij] ontzegging', op 22 oktober 2018 uitgereikt aan verdachte en opgenomen op pagina 26 van dossier II.