Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft - voor zover hier van belang - veroordeling gevorderd voor feiten 2, 3, 4 en 5.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 4. Ten aanzien van feiten 3 en 5 refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman aangevoerd dat er geen bewijs is voor het eerste, tweede, vierde en vijfde gedachtestreepje. Dat betekent dat enkel het contact opnemen door middel van brieven en telecommunicatie overblijft. De raadsman heeft daarover aangevoerd dat men zich kan afvragen of 100 keer bellen op één dag stelselmatig is en belaging oplevert. Ten aanzien van feit 4 heeft de raadsman aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is. De raadsman heeft aangevoerd dat getuige Smit heeft verklaard over een persoon van 1.75 meter lang, terwijl verdachte een stuk langer is.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 11 september 2018, opgenomen op pagina 74 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2018244210 van 27 oktober 2018, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Pleegdatum/tijd: Tussen 10 juli 2018 en 11 september 2018
Ik wil aangifte doen tegen mijn man [verdachte] . Mijn man heeft een huisverbod gehad en daarna een gedragsaanwijzing om niet meer bij mij of de woning in de buurt te komen, om geen contact te zoeken op wat voor wijze dan ook. Ik heb mijn man via de politie laten weten dat ik hem niet bij mijn woning wil hebben en dat ik geen contact met hem wil. Mijn man staat op verschillende momenten in de straat of bij de toegangsdeur van het appartementencomplex. Ik doe dan één van de dochters bericht, zodat zij de politie bellen. De ene keer sturen ze hem dan weg en de andere keer is hij dan alweer vertrokken. Op een of andere manier heeft mijn man een telefoon. Vanaf dat moment doet hij niets anders dan mij bellen. Dan zei ik hem meteen dat hij me niet moest bellen en met rust moest laten. Ik ben van een aantal dagen gaan bij houden wanneer hij belde. Mijn man belde met [telefoonnummer] heel vaak en veel achter elkaar. Zelfs 21 keer op l dag. Bijna elke dag staat hij met de auto voor mijn deur of in de buurt. Hij belt veel en vaak aan bij de toegangsdeur. Hij probeert me ongelooflijk veel te bellen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van 15 september 2018, opgenomen op pagina 79 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte, respectievelijk opmerkingen van verbalisant:
V: Hoe heet uw vrouw?
A: [slachtoffer 1] .
V: Komt u nog wel eens bij [slachtoffer 1] langs?
A: Laatst ben ik daar langs gereden.
O: Het telefoonnummer op de achterzijde van de telefoon van verdachte is [telefoonnummer] . In het bijzijn van de verdachte keek ik in de gesprekshistorie van zijn telefoon. Ik zag dat hij had gebeld met het telefoonnummer van aangeefster zijnde het nummer [telefoonnummer] . Ik zag dat verdachte op:
l) 3 september 8 maal belde met aangeefster
2) 4 september 4 maal belde met aangeefster
3) 6 september 2 keer belde met aangeefster
4) 9 september 105 keer belde met aangeefster
5) 12 september 5 keer belde met aangeefster.
V: Waarom heb je zo vaak gebeld met [slachtoffer 1] , zelfs een keer 105 maal op één dag?
A: Ik wil weten hoe het met haar gaat. Dan bel ik zo vaak even.
O: Ik toon verdachte twee geschreven brieven
V: Wie heeft deze brieven geschreven?
A: Ik. Ik heb die brieven bij [slachtoffer 1] in de bus gegooid.
3. Een geschrift, inhoudende een sfeerrapportage betreffende de gedragingen van dhr. [verdachte] 14/3/1934 d.d. 27 maart 2019, opgemaakt door [verbalisant 1] , brigadier van politie Noord-Nederland en [verbalisant 2] , hoofdagent van politie Noord-Nederland, onder meer inhoudende:
04/09/2018
Tijdens een bezoek aan mevr. [slachtoffer 1] kwam naar voren dat zij nog steeds veel last heeft van haar man [verdachte] . Hij komt veel aan de deur en belt haar regelmatig. Diezelfde avond kwam het bericht via dochter dat [verdachte] weer bij moeder voor de deur zou staan. Direct ter plaatse gegaan en troffen wij inderdaad [verdachte] aan voor de deur van [complex] .
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal relaas van onderzoek d.d. 27 oktober 2018, opgenomen op pagina 3 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
De Toyota Yaris met kenteken [kenteken] staat op naam van [verdachte] .
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 15 september 2018, opgenomen op pagina 41 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2018244210 van 27 oktober 2018, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Op 15 september 2018 omstreeks 15.00 uur heb ik mijn auto voorzien van het kenteken [kenteken] geparkeerd aan de [straatnaam] te Wolvega. Toen ik bij mijn auto kwam zag ik dat er zwarte verf op mijn autoraam zat. Verderop in de straat zag ik een zwarte Toyota Yaris met het kenteken [kenteken] staan. Ik herkende de persoon die erin zat. Het was mijn vader. Er kwam een hovenier naar ons en hij vertelde dat hij alles had gezien. Hij vertelde mij dat hij had gezien dat een zwarte Toyota Yaris met het kenteken [kenteken] naast mijn auto was gestopt. Er zou een oudere man uitgestapt zijn en zou zijn eigen kofferbak open hebben gedaan. Hij haalde daar een spuitbuis uit en zou op mijn raam verf hebben gespoten.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 15 september 2018, opgenomen op pagina 45 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Naar aanleiding van een vernieling van een personenauto ter hoogte van perceel [straatnaam] te Wolvega sprak ik tijdens mijn onderzoek een manspersoon die mij mededeelde de vernieling te hebben gezien. Hij deelde mij mede dat hij had gezien dat omstreeks 15:00 uur een Toyota Yaris voorzien van kenteken [kenteken] de straat in was komen rijden. Deze auto stopte ter hoogte van perceel [straatnaam] te Wolvega. Uit de auto was vervolgens een man van rond de 70 jaar gestapt. Melder had gezien dat de man een spuitbus uit de auto pakte en deze heen en weer begon te schudden want hij kon de knikker in de spuitbus horen. Vervolgens was de man naar een blauwe auto gelopen welke ter hoogte van [straatnaam] stond geparkeerd. Melder had toen gezien dat de man de voorruit van de auto met zwarte verf bespoot. Daarna was de man weer naar zijn auto gelopen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van 15 september 2018, opgenomen op pagina 46 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
V: Heeft [slachtoffer 2] een auto?
A: Jazeker, een Opel stationcar, blauw. Ik was vanmiddag in de buurt van de [straatnaam]. Daar was mijn vrouw samen met [slachtoffer 2] op verjaardag bij iemand. Ik reed daar even langs. Ik zag daar in die buurt de auto van [slachtoffer 2] staan.
V: Er is een getuige die gezien heeft dat u naast de auto van [slachtoffer 2] ben gestopt met uw auto, dat u de kofferbak van uw auto heeft geopend, dat u een spuitbus uit de auto heeft gehaald en daarmee gespoten heeft op de auto van [slachtoffer 2] . Er is dus gezien dat u de vernielingen aan de auto van [slachtoffer 2] heeft gepleegd vanmiddag. Wat wilt u hierop zeggen?
A: Ik heb een beetje door de ruiten gekeken van de auto en ik heb een beetje met mijn handen over de ramen gestreken van de auto.
O: Ik maak een foto van de rechterhand van verdachte, waar op de duim enigszins zwart zichtbaar is.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 12 september 2018, opgenomen op pagina 59 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2018244210 van 27 oktober 2018, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik heb op 8 september 2018 mijn auto slotvast en onbeschadigd achtergelaten op mijn parkeerplaats aan de [straatnaam] te Wolvega. Mijn auto heeft het kenteken [kenteken] . Toen ik op 9 september 2018 naar buiten keek, zag ik dat de beide ruitenwissers van de voorruit van de auto verbogen en vernield waren. Ik kwam er op een later moment achter dat ook de spiegel van de bestuurderszijde vernield was.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 15 september 2018, opgenomen op pagina 65 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 1] :
Ik ben een buurvrouw van mevrouw [slachtoffer 2] . Op 8 september rond 22.30 uur ging ik mijn hond uitlaten. Ik stond ongeveer ter hoogte van het midden van mijn woonblok toen ik een man zag staan. Ik zag dat hij bij een auto stond. Daarna hoorde ik een hard geluid. De man stond daar als enige. Ik sloeg rechtsaf de [straatnaam] in. Ik stond halverwege het eerste woonblok op de [straatnaam] , toen ik uit de steeg na dit woonblok de man zag komen lopen. Hij was toen op een afstand van ongeveer vijf of zes meter van mij verwijderd. Ik zag dat hij direct naar een zwarte Toyota Yaris liep en in de auto stapte. Ik zag dat deze auto een kenteken had met drie letters in het midden. Omdat ik al wist dat de vader van mijn buurvrouw [slachtoffer 2] in een Toyota Yaris reed, ging er bij mij al een belletje rinkelen. Ik ben toen terug gelopen naar de auto's waar de man bij stond. Ik zag direct bij een auto die in het licht van de lantaarnpaal stond dat de ruitenwissers helemaal kapot waren. Ik wist dat dit de auto van mijn buurvrouw [slachtoffer 2] was.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 15 september 2018, opgenomen op pagina 67 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
V: Vorige week 8 september 2018 op 9 september 2018 is de auto van [slachtoffer 2] ook vernield. Weet u wat er toen gebeurd is?
A: Ik weet dat de ruitenwissers en spiegel van de auto van [slachtoffer 2] zijn vernield.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal relaas van onderzoek d.d. 27 oktober 2018, opgenomen op pagina 3 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
De Toyota Yaris met kenteken [kenteken] staat op naam van [verdachte] .
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 4
Gelet op de feiten en omstandigheden zoals in de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte degene is geweest die de auto van aangeefster heeft beschadigd. De rechtbank overweegt daartoe dat de man die de getuige heeft gezien in een Toyota Yaris stapte en verdachte destijds een dergelijke auto bezat en uit de verklaring van verdachte blijkt dat hij daderkennis heeft omdat hij specifiek verklaart dat de ruitenwissers en de spiegel van de auto van [slachtoffer 2] vernield zijn.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 23 maart 2018, opgenomen op pagina 17 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2018070087 van 25 maart 2018, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 23 maart 2018 kregen de politie-eenheden van Wolvega de melding dat er een brief was afgegeven bij de achterblijver in het huisverbod van verdachte [verdachte] . Ik heb telefonisch contact gezocht met de achterblijver en zij vertelde mij dat ze een brief per post had ontvangen. We kregen de melding dat de verdachte bij de woning van achterblijver was. Verdachte heeft tweemaal het huisverbod overtreden; zowel per brief en rechtstreeks bezoek aan de woning van achterblijver.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 23 maart 2018, opgenomen op pagina 20 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op 23 maart 2018 hoorden wij dat er in Wolvega mogelijk een man een huisverbod en/of omgevingsverbod zou overtreden. Deze man had een verbod gekregen voor de [straatnaam] te Wolvega wegens huiselijk geweld. Ook zou zijn auto, een zwarte Toyota Yaris in de omgeving van de [straatnaam] te Wolvega geparkeerd staan. De naam van deze man is [verdachte] . Omstreeks 16.07 uur reden wij over de [straatnaam] en zagen op [straatnaam] te Wolvega een oudere man lopen. Hierop hebben wij de man aangesproken en gevraagd naar of hij [verdachte] heet. Dit klopte.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 23 maart 2018, opgenomen op pagina 23 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 2] :
Ik woon aan de [straatnaam] 86 te Wolvega. Op 23 maart 2018 kwam ik om 16.04 uur thuis. Ik zag dat [verdachte] op [straatnaam] te Wolvega liep. Ik heb meteen de politie gebeld toen ik hem in de omgeving zag lopen omdat ik wist dat hij een huisverbod had. Ik zag dat [verdachte] gebruikmaakte van de doorlopende steegjes in de omgeving van de [straatnaam] en [straatnaam] . Ik zag dat [verdachte] een steeg welke grenst aan [straatnaam] kwam uitlopen. Ik zag dat [verdachte] heen en weer liep op [straatnaam] . Ik zag, gezien van mijn woning, dat [verdachte] aan de rechterzijde aan [straatnaam] stond en om het hoekje naar de woning aan de [straatnaam] stond te kijken.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 23 maart 2018, opgenomen op pagina 22 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik hoorde van [getuige 2] dat de buurvrouw ook wat had gezien. Ik benaderde deze bewoner. Ik hoorde dat de bewoner mij vertelde dat [verdachte] in de steeg welke achter de [straatnaam] 45 te Wolvega is gelegen liep en in de omgeving rondliep. Ik hoorde dat de bewoner mij vertelde dat zij schuin tegenover de [straatnaam] woont.
5. Een geschrift, inhoudend een beschikking van de burgemeester houdende het opleggen van een huisverbod d.d. 13 maart 2018, opgenomen op pagina 25 e.v. van voornoemd dossier, onder meer inhoudend:
De burgemeester van de gemeente Weststellingwerf, gelast [verdachte] , de woning gelegen aan:
[straatnaam]
[plaats]
onmiddellijk te verlaten en deze woning vanaf heden
13/03/2018 02:22 voor een periode van tien dagen, derhalve tot 23/03/2018 02:22
niet te betreden, noch daarin aanwezig te zijn of zich daarbij op te houden. Gedurende deze periode mag voornoemde persoon geen contact opnemen met de hierna genoemde personen die met deze persoon in dezelfde woning wonen of daarin anders dan incidenteel verblijven.
Namen van degene(n) waarop het contactverbod van toepassing is:
(Geboorte-)achternaam Voornamen
[slachtoffer 1]
Weststellingwerf, 13/03/2018 02:22
De burgemeester voornoemd,
namens deze de hulpofficier van justitie
6. Een geschrift, inhoudend een beschikking van de burgemeester houdende het verlengen van een huisverbod d.d. 21 maart 2018, opgenomen op pagina 34 e.v. van voornoemd dossier, onder meer inhoudend:
De burgemeester van de gemeente Weststellingwerf, gelast verlenging van het bij de eerdere beschikking d.d. 13/03/2018 02:22 opgelegde huisverbod voor de daarin genoemde periode van tien dagen
met een aansluitende periode van 18 dagen derhalve tot 10/04/2018 02:22
[verdachte] , de woning gelegen aan:
[straatnaam]
[plaats]
niet te betreden, noch daarin aanwezig te zijn of zich daarbij op te houden. Gedurende deze periode mag voornoemde persoon geen contact opnemen met de hierna genoemde personen die met deze persoon in dezelfde woning wonen of daarin anders dan incidenteel verblijven.
Namen van degene(n) waarop het contactverbod van toepassing is:
(Geboorte-)achternaam Voornamen
[slachtoffer 1]
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van 23 maart 2018, opgenomen op pagina 38 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
O: Verbalisant toont de verdachte een kopie van een handgeschreven brief.
V: Wie heeft deze brief geschreven?
A: Ik. Ik wilde haar laten weten hoe het met mij is.
V: Wilt u verder nog wat verklaren?
A: Na 10 dagen heeft een vrouw mij gebeld van de gemeente. Het verbod ging in verlenging van 18 dagen.
8. Een geschrift, inhoudende een brief gericht aan [slachtoffer 1] aan de [straatnaam] te Wolvega, ondertekend door [verdachte] , opgenomen op pagina 18 van voornoemd dossier.