ECLI:NL:RBNNE:2019:3563

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
9 augustus 2019
Publicatiedatum
15 augustus 2019
Zaaknummer
C/18/193569/KG ZA 19-170
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang voor SeizoenClubCard houders tot vak F van FC Groningen na schikking met KNVB

In deze zaak heeft de supportersvereniging FC Groningen een kort geding aangespannen tegen FC Groningen B.V. De eis van de supportersvereniging was om de seizoenkaarthouders van vak F toegang te verlenen tot het stadion voor de wedstrijd tegen FC Twente op 10 augustus 2019. Dit verzoek was gebaseerd op de algemene voorwaarden van de SeizoenClubCard, die recht geven op toegang tot alle thuiswedstrijden, met uitzondering van bepaalde wedstrijden zoals play-offs en bekerwedstrijden. FC Groningen had echter een schikking getroffen met de KNVB na incidenten waarbij vuurwerk was afgestoken vanuit vak F, wat leidde tot een sanctie die het publiek in dat vak uitsloot van de eerstvolgende thuiswedstrijd.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat FC Groningen niet in staat was om de overeenkomst met de seizoenkaarthouders onverkort na te komen vanwege overmacht, zoals bedoeld in artikel 6:75 BW. De rechter heeft vastgesteld dat de sanctie die FC Groningen had aanvaard in het schikkingsvoorstel gelijkgesteld kan worden aan een door de Tuchtcommissie opgelegde straf. Hierdoor was het niet redelijk om van FC Groningen te verlangen dat zij de seizoenkaarthouders toegang zou verlenen, en zijn zowel de primaire als de subsidiaire vorderingen van de supportersvereniging afgewezen. De supportersvereniging werd bovendien veroordeeld in de proceskosten van FC Groningen.

De uitspraak benadrukt de noodzaak voor clubs om zich aan de reglementen van de KNVB te houden en de gevolgen van het niet naleven daarvan, evenals de bescherming van de belangen van supporters in juridische geschillen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Groningen
zaaknummer / rolnummer: C/18/193569 / KG ZA 19-170
Vonnis in kort geding van 9 augustus 2019
in de zaak van
de vereniging
SUPPORTERSVERENIGING FC GRONINGEN,
gevestigd te Groningen,
eiseres,
advocaat mr. C.J.J. Visser,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FC GRONINGEN B.V.,
gevestigd te Groningen,
gedaagde,
advocaat mr. D. Kuijken.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de mondelinge behandeling van 8 augustus 2019;
  • de pleitnota van eiseres;
  • de pleitnota van gedaagde.
1.2.
Onmiddellijk na sluiting van de mondelinge behandeling is aangezegd dat het vonnis op 9 augustus 2019 te 12.00 uur zal worden uitgesproken en op dat tijdstip aan partijen zal worden verstrekt; indien dat in kop-staart vorm zal plaatsvinden, zal de motivering zo spoedig mogelijk daarna worden gegeven. Het onderhavige vonnis bevat deze motivering.

2.De feiten

2.1.
Eiseres is een supportersvereniging die blijkens haar statuten als doel heeft het op zoveel mogelijke manieren steunen van de voetbalclub en het behartigen van de belangen van de supporters van FC Groningen.
2.2.
Alle supporters van de groep van ruim 200 supporters waarvoor eiseres in dit kort geding opkomt, hadden in het vorige voetbalseizoen een SeizoenClubCard en hebben ook voor het huidige voetbalseizoen 2019/2020 een SeizoenClubCard. Die kaart geeft blijkens de toepasselijke algemene voorwaarden recht op toegang tot alle, voor het publiek toegankelijke, thuiswedstrijden van het eerste en tweede (beloften) elftal van FC Groningen en is niet geldig bij Play-offs, KNVB bekerwedstrijden, Europese wedstrijden en vriendschappelijke oefenwedstrijden.
Onder een SeizoenClubCard wordt ook een 5-jaarkaart verstaan. Indien hierna van een (houder van een) SeizoenClubCard wordt gesproken, wordt ook een (houder van een) 5-jaarkaart daaronder begrepen.
2.3.
Bij de overeenkomst tot aankoop van de SeizoenClubCard zijn Algemene Voorwaarden SeizoenClubCard van toepassing. Ingevolge artikel 4 van die algemene voorwaarden zijn ook de Standaardvoorwaarden van de KNVB van toepassing. Voor zover thans van belang is in die Standaardvoorwaarden het volgende bepaald.
Artikel 8.2.: Het is verboden in het Stadion Vuurwerk mee te nemen dan wel voorhanden en/of in bezit te hebben en/of dit te ontsteken.
Artikel 14.1 aanhef, onder h.: De Club is bevoegd om de geldigheid van de (S)CC al dan niet tijdelijk (geheel of gedeeltelijk) te beëindigen indien beëindiging of opschorting om andere redenen naar het oordeel van de Club noodzakelijk is.
2.4.
Bij de wedstrijd van 19 januari 2019 tussen FC Groningen en Heracles Almelo is vanuit vak F van het stadion van FC Groningen vuurwerk afgestoken. De KNVB heeft FC Groningen daarvoor op 7 maart 2019 een deels voorwaardelijke straf opgelegd van 1 thuiswedstrijd zonder (indien mogelijk het verantwoordelijke deel van het) publiek.
2.5.
Bij de wedstrijd van 20 april 2019 tussen FC Groningen en Ajax is vanuit vak F wederom vuurwerk afgestoken.
2.6.
Bij brief van 20 juni 2019 van de KNVB aan FC Groningen is de club in staat van beschuldiging gesteld naar aanleiding van dat laatste incident. Bij die brief heeft de aanklager betaald voetbal doen weten bereid te zijn van verdere vervolging af te zien als het in de bijlage vermelde strafvoorstel werd geaccepteerd. Anders zou de zaak aan de Tuchtcommissie Betaald Voetbal worden voorgelegd.
2.7.
In het desbetreffende schikkingsvoorstel is onder meer het volgende vermeld:
"
FC Groningen wordt, mede gelet op de aard en ernst van het strafbare feit en rekening houdend met de strafkaart waarop ondermeer een aantekening voorkomt van 7 maart 2019 met een deels voorwaardelijke straf van 1 thuiswedstrijd zonder (indien mogelijk het verantwoordelijke deel van het) publiek in de competitie, bekercompetitie of play-offs van de KNVB, met ingang van 27 juni 2019 veroordeeld in de navolgende straf:
- Een geldboete van € 15.000,00 welke in rekening-courant met uw club zal worden verrekend indien het schikkingsvoorstel wordt geaccepteerd.
- Het spelen van de eerstvolgende thuiswedstrijd van het eerste elftal in de competitie, bekercompetitie of play-offs van de KNVB vier weken na 27 juni 2019, waarbij de personen die een seizoenkaart hebben voor vak F geen toegang mogen hebben tot het stadion. Het betreffende vak zal tijdens de wedstrijd leeg moeten blijven."
2.8.
Dat schikkingsvoorstel is door FC Groningen geaccepteerd.
2.9.
Bij brief van 25 juni 2019 van FC Groningen is aan de seizoenkaarthouders van Vak F onder meer het volgende medegedeeld:
"
Door de telkens oplopende strafmaat en wegens het ongeoorloofd afsteken van vuurwerk tijdens FC Groningen-Ajax op 20 april 2019, zullen we zaterdag 10 augustus de thuiswedstrijd tegen FC Twente moeten spelen zonder de steun van de suppoters in Vak F. Alle fans die in dit vak een seizoenkaart of meerjaarkaart hebben, is de toegang tot het stadion ontzegd. Supporters met een seizoenkaart of meerjaarkaart in Vak F riskeren bovendien een stadionverbod, indien zij de wedstrijd wel bezoeken.
Wij realiseren ons terdege dat hiermee ook onschuldige fans worden gedupeerd, maar dienen de straf ten uitvoer te brengen. Het betekent voor circa 250 supporters dat ze één thuiswedstrijd van hun club moeten missen. En dat is iets waar we allemaal heel erg van balen. Als we de straf van de aanklager niet ten uitvoer brengen, riskeren we opnieuw een boete en een zwaardere straf. Dat we de steun van een deel van het publiek moeten missen, is een dieptepunt voor FC Groningen.
(…)
Concreet betekent het voor jou dat je seizoenkaart of meerjaarkaart op Vak F voor de aankomende thuiswedstrijd geblokkeerd is. Deze persoenen hebben ook geen toegang tot de wedstrijd en kunnen hun seizoenkaart of meerjaarkaart tot en met zaterdag 10 augustus niet overdragen of verplaatsen.(…)".

3.Het geschil

3.1.
De vordering van eiseres strekt ertoe:
I. Primair: gedaagde te gebieden de seizoenkaarthouders van Vak F toegang te verlenen tot het stadion van FC Groningen ter gelegenheid van de wedstrijd tegen FC Twente op
10 augustus 2019;
Subsidiair: gedaagde te gebieden seizoenkaarthouders van Vak F in de gelegenheid te stellen hun seizoenkaart voor Vak F in te wisselen voor een seizoenkaart van een ander Vak, en dit op zodanige wijze en tijdstip mogelijk te maken zodat zij de wedstrijd tegen FC Twente op 10 augustus 2019 kunnen bezoeken;
Uiterst subsidiair: indien bezoek van de wedstrijd niet mogelijk mocht blijken op basis van een van de hiervoor genoemde eisen dan wel enige andere mogelijkheid: gedaagde te gebieden de teveel betaalde gelden, ten bedrage van 1/17de voor de seizoenkaart van dit seizoen terug te betalen aan de seizoenkaarthouders van Vak F;
II. gedaagde te veroordelen tot betaling van de kosten van dit geding.
3.2.
Gedaagde heeft verweer gevoerd.
4. De beoordeling
De primaire en subsidiaire vordering
4.1.
Het spoedeisend belang bij de primaire en subsidiaire vordering is niet in geschil en is met de aard van het gevorderde gegeven.
4.2.
Verder is niet in geding dat eiseres een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is die uit hoofde van artikel 3:305a BW een rechtsvordering kan instellen die strekt tot bescherming van de belangen van SeizoenClubCardhouders uit Vak F.
4.3.
Tussen de SeizoenClubCardhouders uit Vak F en FC Groningen is een overeenkomst gesloten tot aankoop van een SeizoenClubCard.
Op die overeenkomst zijn de Algemene Voorwaarden SeizoenClubCard van toepassing.
Zoals hiervoor onder 2.3. is overwogen zijn ingevolge artikel 4 van de Algemene Voorwaarden SeizoenClubCard ook de Standaardvoorwaarden van de KNVB van toepassing op de overeenkomst tot aankoop van een SeizoenClubCard.
In artikel 8.2. van de Standaardvoorwaarden van de KNVB is bepaald dat het verboden is in het Stadion Vuurwerk mee te nemen dan wel voorhanden en/of in bezit te hebben en/of dit te ontsteken.
In artikel 14.1 van die Standaardvoorwaarden is onder h. bepaald dat de Club bevoegd is om de geldigheid van de SCC al dan niet tijdelijk (geheel of gedeeltelijk) te beëindigen indien beëindiging of opschorting om andere redenen naar het oordeel van de Club noodzakelijk is.
4.4.
De primaire en subsidiaire vorderingen van eiseres strekken tot onverkorte nakoming van de tussen de SeizoenClubCardhouders uit Vak F en FC Groningen gesloten overeenkomst tot aankoop van een SeizoenClubCard.
De terzake bestaande rechtsverhouding tussen de SeizoenClubCardhouders uit Vak F en FC Groningen betreft een civielrechtelijke verhouding. De beoordeling van de vraag of gedaagde tot onverkorte nakoming van die overeenkomst gehouden is, moet dan ook plaatsvinden met inachtneming van civielrechtelijke maatstaven. De (collectieve) aard en omvang van de in het schikkingsvoorstel vermelde straf ligt hier dan ook niet ter beoordeling voor.
4.5.
Bij de beoordeling van de vraag of gedaagde tot onverkorte nakoming van de hiervoor bedoelde overeenkomst gehouden is moet in ogenschouw worden genomen dat gedaagde gehouden is zich aan de reglementen van de KNVB te houden en opgelegde sancties na te leven.
4.6.
Terzake van het schikkingsvoorstel heeft eiseres gesteld dat gedaagde door geen enkel verweer te voeren te weinig heeft gedaan aan de voorgestelde straf.
Daartegenover heeft gedaagde onder meer het volgende aangevoerd.
Tijdens thuiswedstrijden van FC Groningen is in de loop van de afgelopen twee seizoenen herhaaldelijk vuurwerk afgestoken. FC Groningen had reeds een voorwaardelijke straf voor het afsteken van vuurwerk in het stadion opgelegd gekregen. Enkele maanden daarna deed zich reeds een herhaling voor bij de wedstrijd FC Groningen-Ajax. Op basis van de bestendige jurisprudentie van de Tuchtcommissie Betaald Voetbal had FC Groningen - en de supporters - kunnen verwachten dat de eerder opgelegde voorwaardelijke straf onvoorwaardelijk zou worden en dat er daarnaast een additionele straf voor de nieuwe feiten zou worden opgelegd.
4.7.
Gelet op de door gedaagde terzake van het aanvaarden van het schikkingsvoorstel geschetste omstandigheden - welke omstandigheden op zich ook niet zijn weersproken - heeft gedaagde naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter in redelijkheid kunnen beslissen het schikkingsvoorstel te aanvaarden. Het kon in dit verband niet gedaagde gevergd worden dat zij verweer zou gaan voeren en het zou laten aankomen op een uitspraak van de Tuchtcommissie Betaald Voetbal, waarbij de niet onaanzienlijke kans bestond dat gedaagde een hogere additionele geldboete opgelegd zou krijgen en meer dan één thuiswedstrijd zonder (een deel van) haar supporters zou moeten spelen en derhalve dat gedaagde - maar ook de supporters van Vak F en wellicht ook van andere vakken - in een slechtere positie zou komen.
Gezien de strafkaart van gedaagde aangaande het afsteken van vuurwerk en de bestendige jurisprudentie van de Tuchtcommissie Betaald Voetbal en van de Commissie van Beroep Betaald Voetbal is het dan ook naar het oordeel van de voorzieningenrechter alle belangen afwegende alleszins redelijk dat door gedaagde is beslist het door de aanklager van de KNVB gedane schikkingsvoorstel te aanvaarden.
4.8.
In de gegeven omstandigheden moet de in het schikkingsvoorstel vermelde straf na aanvaarding daarvan worden gelijkgesteld aan een door de Tuchtcommissie Betaald Voetbal en/of door de Commissie van Beroep Betaald Voetbal opgelegde straf.
Zoals hiervoor reeds is overwogen is gedaagde verplicht zich te houden aan de reglementen van de KNVB en is mede in dat verband verplicht uit hoofde van die reglementen opgelegde sancties na te leven.
4.9.
Zoals onder 2.7. is aangehaald houdt de onderhavige straf naast de opgelegde boete in dat de eerstvolgende thuiswedstrijd van het eerste elftal in de competitie, bekercompetitie of play-offs van de KNVB vier weken na 27 juni 2019 zal worden gespeeld, waarbij de personen die een seizoenkaart hebben voor vak F geen toegang mogen hebben tot het stadion en dat het betreffende vak tijdens de wedstrijd leeg zal moeten blijven.
4.10.
Voorshands geoordeeld kan in de omstandigheden van het geval van gedaagde niet worden gevergd dat zij de tussen de SeizoenClubCardhouders uit Vak F en FC Groningen gesloten overeenkomst tot aankoop van een SeizoenClubCard onverkort nakomt.
De tekortkoming kan gedaagde dan ook niet worden toegerekend, nu de tekortkoming krachtens de in het verkeer geldende opvattingen niet voor rekening van gedaagde komt. Met andere woorden, er is in de gegeven omstandigheden sprake van overmacht in de zin van artikel 6:75 BW.
4.11.
Op het vorenoverwogene stuit de primaire vordering reeds af.
Gelet op de bewoordingen van de in het schikkingsvoorstel genoemde sanctie (
personen die een seizoenkaart hebben voor vak F mogen geen toegang hebben tot het stadion) geldt het vorenoverwogene evenzeer voor de subsidiaire vordering.
De uiterst subsidiaire vordering
4.12.
De uiterst subsidiaire vordering betreft een geldvordering.
4.13.
Op grond van de laatste zin van lid 3 van artikel 3:305a BW kan de door een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid in te stellen rechtsvordering die strekt tot bescherming van de belangen van andere personen, niet strekken tot schadevergoeding te voldoen in geld. Gelet daarop wordt ook de uiterst subsidiaire vordering afgewezen.
4.14.
Eiseres zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt eiseres in de proceskosten, aan de zijde van gedaagde tot op heden begroot op € 1.619,00;
5.3.
veroordeelt eiseres in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat eiseres niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.B. Faber-Siermann en in het openbaar uitgesproken op 9 augustus 2019. [1]

Voetnoten

1.coll: js (319)